Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. buzzers:
  2. buzzer:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor buzzers (Engels) in het Nederlands

buzzers:

buzzers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the buzzers (buzzer)
    de zoemer; de zoemers
    • zoemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zoemers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor buzzers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zoemer buzzer; buzzers
zoemers buzzer; buzzers

Verwante woorden van "buzzers":


buzzer:

buzzer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the buzzer (buzzers)
    de zoemer; de zoemers
    • zoemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zoemers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor buzzer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zoemer buzzer; buzzers
zoemers buzzer; buzzers
- bell; doorbell

Verwante woorden van "buzzer":


Synoniemen voor "buzzer":


Verwante definities voor "buzzer":

  1. a signaling device that makes a buzzing sound1
  2. a push button at an outer door that gives a ringing or buzzing signal when pushed1

Wiktionary: buzzer

buzzer
noun
  1. device