Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal carping

Vertaal carping van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. carping:
  2. carp:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor carping (Engels) in het Nederlands

carping:

carping bijvoeglijk naamwoord

  1. carping (nitpicking; fault-finding)
    vitterig
  2. carping (nitpicking; captious; fault-finding)
    bedillerig; bedilzuchtig
  3. carping (captious; nitpicking)
    bedilziek

Vertaal Matrix voor carping:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- faultfinding
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedillerig captious; carping; fault-finding; nitpicking
bedilziek captious; carping; nitpicking
bedilzuchtig captious; carping; fault-finding; nitpicking
vitterig carping; fault-finding; nitpicking

Verwante woorden van "carping":


Synoniemen voor "carping":


Verwante definities voor "carping":

  1. persistent petty and unjustified criticism1

carping vorm van carp:

to carp werkwoord (carps, carped, carping)

  1. to carp (cavil)
    betuttelen
    • betuttelen werkwoord (betuttel, betuttelt, betuttelde, betuttelden, betutteld)
  2. to carp (cavil; find fault with)
    vitten
    • vitten werkwoord (vit, vitte, vitten, gevit)
  3. to carp (cavil; nitpick; find fault; find fault with)
    bedillen
    • bedillen werkwoord (bedil, bedilt, bedilde, bedilden, bedild)

Conjugations for carp:

present
  1. carp
  2. carp
  3. carps
  4. carp
  5. carp
  6. carp
simple past
  1. carped
  2. carped
  3. carped
  4. carped
  5. carped
  6. carped
present perfect
  1. have carped
  2. have carped
  3. has carped
  4. have carped
  5. have carped
  6. have carped
past continuous
  1. was carping
  2. were carping
  3. was carping
  4. were carping
  5. were carping
  6. were carping
future
  1. shall carp
  2. will carp
  3. will carp
  4. shall carp
  5. will carp
  6. will carp
continuous present
  1. am carping
  2. are carping
  3. is carping
  4. are carping
  5. are carping
  6. are carping
subjunctive
  1. be carped
  2. be carped
  3. be carped
  4. be carped
  5. be carped
  6. be carped
diverse
  1. carp!
  2. let's carp!
  5. carped
  6. carping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

carp [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the carp
    de karper
    • karper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor carp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
karper carp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedillen carp; cavil; find fault; find fault with; nitpick
betuttelen carp; cavil
vitten carp; cavil; find fault with
- cavil; chicane

Verwante woorden van "carp":


Synoniemen voor "carp":


Verwante definities voor "carp":

  1. any of various freshwater fish of the family Cyprinidae1
  2. the lean flesh of a fish that is often farmed; can be baked or braised1
  3. raise trivial objections1

Wiktionary: carp

carp
noun
  1. Any of various freshwater fish of the family Cyprinidae
Cross Translation:
FromToVia
• carp → karper ↔ Karpfen — Zoologie: Fisch der Gattung Cyprinus, speziell der Art Cyprinus carpio; ein großer Fisch, der in Teichen lebt
• carp → donderjagen; emmeren; kankeren; katten; preutelen; pezeweven; mopperen; meieren; zaniken; pruttelen; zemelen; zeiken; zeuren ↔ nörgeln — penetrant/störend, aber nicht aggressiv seinen Unmut äußern
• carp → karper ↔ carpe — Poisson d’eau douce







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0307 seconde
Page rendered in 1.0 seconds