Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chalk:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor chalk (Engels) in het Nederlands

chalk:

chalk [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the chalk (calcium; lime)
    de kalk
    • kalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the chalk (broken stones; mortar; rubble; )
    de macadam; de mortel; het puin; de metselspecie; het steenslag; het gruis; het split; het steengruis; de bik
    • macadam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mortel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • puin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • metselspecie [de ~] zelfstandig naamwoord
    • steenslag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • split [het ~] zelfstandig naamwoord
    • steengruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the chalk
    schoolkrijt

to chalk werkwoord (chalks, chalked, chalking)

  1. to chalk
    krijten
    • krijten werkwoord (krijt, krijtte, krijtten, gekrijt)
  2. to chalk
    krijt toevoegen
    • krijt toevoegen werkwoord (voeg krijt toe, voegt krijt toe, voegde krijt toe, voegden krijt toe, krijt toegevoegd)

Conjugations for chalk:

present
  1. chalk
  2. chalk
  3. chalks
  4. chalk
  5. chalk
  6. chalk
simple past
  1. chalked
  2. chalked
  3. chalked
  4. chalked
  5. chalked
  6. chalked
present perfect
  1. have chalked
  2. have chalked
  3. has chalked
  4. have chalked
  5. have chalked
  6. have chalked
past continuous
  1. was chalking
  2. were chalking
  3. was chalking
  4. were chalking
  5. were chalking
  6. were chalking
future
  1. shall chalk
  2. will chalk
  3. will chalk
  4. shall chalk
  5. will chalk
  6. will chalk
continuous present
  1. am chalking
  2. are chalking
  3. is chalking
  4. are chalking
  5. are chalking
  6. are chalking
subjunctive
  1. be chalked
  2. be chalked
  3. be chalked
  4. be chalked
  5. be chalked
  6. be chalked
diverse
  1. chalk!
  2. let's chalk!
  3. chalked
  4. chalking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor chalk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bik broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; stone-chippings; stone-dust; stuff mortar
gruis broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; stone-chippings; stone-dust; stuff mortar
kalk calcium; chalk; lime
macadam broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; stone-chippings; stone-dust; stuff mortar
metselspecie broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; stone-chippings; stone-dust; stuff mortar
mortel broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; stone-chippings; stone-dust; stuff mortar
puin broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; stone-chippings; stone-dust; stuff mortar
schoolkrijt chalk
split broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; stone-chippings; stone-dust; stuff cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; mortar; opening; saving; slash; slit
steengruis broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; stone-chippings; stone-dust; stuff mortar
steenslag broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; stone-chippings; stone-dust; stuff mortar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krijt toevoegen chalk
krijten chalk

Verwante woorden van "chalk":

  • chalking, chalks

Synoniemen voor "chalk":

  • calcite
  • white; whiteness
  • methamphetamine; methamphetamine hydrochloride; Methedrine; meth; deoxyephedrine; chicken feed; crank; glass; ice; shabu; trash; amphetamine; pep pill; upper; speed; controlled substance
  • writing implement
  • draw

Verwante definities voor "chalk":

  1. a piece of calcite or a similar substance, usually in the shape of a crayon, that is used to write or draw on blackboards or other flat surfaces1
  2. a pure flat white with little reflectance1
  3. a soft whitish calcite1
  4. write, draw, or trace with chalk1

Wiktionary: chalk

chalk
noun
  1. a piece of chalk used for drawing and on a blackboard
  2. a soft, white, powdery limestone

Cross Translation:
FromToVia
chalk krijt Kreidekein Plural: weicher, weißer Kalkstein (Hauptbestandteil Kalziumkarbonat)

Verwante vertalingen van chalk