Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chirp:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor chirp (Engels) in het Nederlands

chirp:

to chirp werkwoord (chirps, chirped, chirping)

  1. to chirp
    krieken
    • krieken werkwoord (kriek, kriekt, kriekte, kriekten, gekriekt)
  2. to chirp
    tjilpen; kwetteren; kwinkeleren
    • tjilpen werkwoord (tjilp, tjilpt, tjilpte, tjilpten, getjilpt)
    • kwetteren werkwoord (kwetter, kwettert, kwetterde, kwetterden, gekwetterd)
    • kwinkeleren werkwoord (kwinkeleer, kwinkeleert, kwinkeleerde, kwinkeleerden, gekwinkeleerd)
  3. to chirp (squeak; beep; rattle; twitter; tweet)
    piepen
    • piepen werkwoord (piep, piept, piepte, piepten, gepiept)
  4. to chirp (quack; gabble; chatter; rattle)
    kwaken; kwetteren; snateren; kakelen
    • kwaken werkwoord (kwaak, kwaakt, kwaakte, kwaakten, gekwaakt)
    • kwetteren werkwoord (kwetter, kwettert, kwetterde, kwetterden, gekwetterd)
    • snateren werkwoord (snater, snatert, snaterde, snaterden, gesnaterd)
    • kakelen werkwoord (kakel, kakelt, kakelde, kakelden, gekakeld)

Conjugations for chirp:

present
  1. chirp
  2. chirp
  3. chirps
  4. chirp
  5. chirp
  6. chirp
simple past
  1. chirped
  2. chirped
  3. chirped
  4. chirped
  5. chirped
  6. chirped
present perfect
  1. have chirped
  2. have chirped
  3. has chirped
  4. have chirped
  5. have chirped
  6. have chirped
past continuous
  1. was chirping
  2. were chirping
  3. was chirping
  4. were chirping
  5. were chirping
  6. were chirping
future
  1. shall chirp
  2. will chirp
  3. will chirp
  4. shall chirp
  5. will chirp
  6. will chirp
continuous present
  1. am chirping
  2. are chirping
  3. is chirping
  4. are chirping
  5. are chirping
  6. are chirping
subjunctive
  1. be chirped
  2. be chirped
  3. be chirped
  4. be chirped
  5. be chirped
  6. be chirped
diverse
  1. chirp!
  2. let's chirp!
  3. chirped
  4. chirping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

chirp [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the chirp (squeaking; peeping; twitter; chirrup)
    het gepiep; het getjilp
    • gepiep [het ~] zelfstandig naamwoord
    • getjilp [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the chirp
    het getjilp
    • getjilp [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chirp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gepiep chirp; chirrup; peeping; squeaking; twitter
getjilp chirp; chirrup; peeping; squeaking; twitter chirping; twittering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kakelen chatter; chirp; gabble; quack; rattle blab; chat; chatter; have a conversation; narrate; rattle; relate; speak; talk; tell
krieken chirp
kwaken chatter; chirp; gabble; quack; rattle croak; quack
kwetteren chatter; chirp; gabble; quack; rattle blab; chat; chatter; croak; have a conversation; narrate; quack; rattle; relate; speak; talk; tell
kwinkeleren chirp
piepen beep; chirp; rattle; squeak; tweet; twitter
snateren chatter; chirp; gabble; quack; rattle blab; chat; chatter; croak; have a conversation; narrate; quack; rattle; relate; speak; talk; tell
tjilpen chirp
- cheep; chirrup; peep; tweedle

Verwante woorden van "chirp":


Synoniemen voor "chirp":


Verwante definities voor "chirp":

  1. a sharp sound made by small birds or insects1
  2. make high-pitched sounds1
    • the birds were chirping in the bushes1
  3. sing in modulation1

Wiktionary: chirp


Cross Translation:
FromToVia
chirp kwetteren; piepen; sjilpen; tjilpen pépierémettre de petits cris, comme font les petits oiseaux.