Engels

Uitgebreide vertaling voor comfortableness (Engels) in het Nederlands

comfortableness:

comfortableness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the comfortableness (convenience; ease)
    het gemak; de gemakkelijkheid
  2. the comfortableness
    de gemakkelijkheid; gerieflijkheid

Vertaal Matrix voor comfortableness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemak comfortableness; convenience; ease calmness
gemakkelijkheid comfortableness; convenience; ease ease; obligingness
gerieflijkheid comfortableness chumminess; comfort; companionableness; convenience; cosiness; coziness; pleasantness; snugness; sociability
- comfort
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- comfort; wellbeing
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemak leisurely

Verwante woorden van "comfortableness":


Synoniemen voor "comfortableness":


Antoniemen van "comfortableness":


Verwante definities voor "comfortableness":

  1. a feeling of being at ease in a relationship1
  2. a state of being relaxed and feeling no pain1
    • she longed for the comfortableness of her armchair1

comfortable:

comfortable bijvoeglijk naamwoord

  1. comfortable
    comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk; aangenaam
  2. comfortable
    draagbaar; te dragen
  3. comfortable
    senang; behaaglijk
  4. comfortable
    gerieflijk
  5. comfortable (pleasant; cosy; snug; )
    aangenaam; behaaglijk; knus
  6. comfortable (pleasant; agreeable; cosy; pleasing; cozy)
    aangenaam; plezierig
  7. comfortable (well suited; well fitted)
    draagbaar; goedzittend

Vertaal Matrix voor comfortable:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draagbaar bearrier; brancard; stretcher
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangenaam agreeable; comfortable; cosy; cozy; pleasant; pleasing; pleasurable; snug agreeable; benevolent; easy going; enjoyable; good; good-natured; how do you do; kind; lovely; mild; nice; pleasant; pleased to meet you
behaaglijk agreeable; comfortable; cosy; cozy; pleasant; pleasurable; snug easy going; good; lovely; nice; pleasant
comfortabel comfortable
draagbaar comfortable; well fitted; well suited
gemakkelijk comfortable easily; easy; effortless; not difficult; not hard; practical; simple
knus agreeable; comfortable; cosy; cozy; pleasant; pleasurable; snug cosily; cosy; cozily; cozy; snug; snugly
plezierig agreeable; comfortable; cosy; cozy; pleasant; pleasing benevolent; easy going; good; good-natured; kind; lovely; mild; nice; pleasant
senang comfortable
- comfy; easy; prosperous; well-fixed; well-heeled; well-off; well-situated; well-to-do
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemakkelijk easily
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cosy; cozy; pleasant; snug
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geriefelijk comfortable
gerieflijk comfortable
goedzittend comfortable; well fitted; well suited
te dragen comfortable

Verwante woorden van "comfortable":


Synoniemen voor "comfortable":


Antoniemen van "comfortable":


Verwante definities voor "comfortable":

  1. providing or experiencing physical well-being or relief (`comfy' is informal)1
    • comfortable clothes1
    • comfortable suburban houses1
    • made himself comfortable in an armchair1
    • the antihistamine made her feel more comfortable1
    • are you comfortable?1
  2. free from stress or conducive to mental ease; having or affording peace of mind1
    • was settled in a comfortable job, one for which he was well prepared1
    • the comfortable thought that nothing could go wrong1
    • was comfortable in his religious beliefs1
    • she's a comfortable person to be with1
    • she felt comfortable with her fiance's parents1
  3. in fortunate circumstances financially; moderately rich1
    • they were comfortable or even wealthy by some standards1
  4. sufficient to provide comfort1
    • a comfortable salary1
  5. more than adequate1
    • the home team had a comfortable lead1

Wiktionary: comfortable

comfortable
adjective
  1. -
  2. in a state of comfort
  3. providing physical comfort and ease

Cross Translation:
FromToVia
comfortable doelmatig; gemakkelijk; geschikt; gepast; passend commode — Pratique
comfortable bruikbaar; geschikt; doelmatig; gemakkelijk; gepast; passend; betamelijk; toepasselijk; behoorlijk; fatsoenlijk; keurig; voegzaam; welvoeglijk convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
comfortable doelmatig; gemakkelijk; geschikt; gepast; passend opportun — Qui est à propos, selon le temps et le lieu.