Engels

Uitgebreide vertaling voor concentrated (Engels) in het Nederlands

concentrated:

concentrated bijvoeglijk naamwoord

  1. concentrated (strenuous; intently; with concentration)
    geconcentreerd; ingespannen; verdiept
  2. concentrated (with concentration; intent)
    geconcentreerd; op één punt gericht
  3. concentrated
    geconcentreerd; van sterk gehalte

Vertaal Matrix voor concentrated:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geconcentreerd concentrated; intent; intently; strenuous; with concentration
ingespannen concentrated; intently; strenuous; with concentration
- hard; saturated
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- compressed; in good trim; recharged
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
op één punt gericht concentrated; intent; with concentration
van sterk gehalte concentrated
verdiept concentrated; intently; strenuous; with concentration

Verwante woorden van "concentrated":


Synoniemen voor "concentrated":


Antoniemen van "concentrated":

  • distributed; soft; unsaturated

Verwante definities voor "concentrated":

  1. gathered together or made less diffuse1
    • their concentrated efforts1
    • his concentrated attention1
    • concentrated study1
    • a narrow thread of concentrated ore1
  2. of or relating to a solution whose dilution has been reduced1
  3. being the most concentrated solution possible at a given temperature; unable to dissolve still more of a substance1
  4. (of light) transmitted directly from a pointed light source1
  5. intensely focused1
    • her concentrated passion held them at bay1

Wiktionary: concentrated

concentrated
adjective
  1. geconcentreerd

Cross Translation:
FromToVia
concentrated dicht; dik; gebonden denseépais, compact, dont les parties nous paraissent plus épaisses ou plus serrées.

concentrated vorm van concentrate:

to concentrate werkwoord (concentrates, concentrated, concentrating)

  1. to concentrate (thicken; condense)
    geconcentreerder worden; stollen; dikker worden
  2. to concentrate (boil down; thicken; reduce; condense)
    verdikken; door koken dikker maken; inbinden; door koken verdikken; indikken; inkoken
  3. to concentrate (boil down; thicken; condense)
    verdikken; indikken; door koken dikker worden

Conjugations for concentrate:

present
  1. concentrate
  2. concentrate
  3. concentrates
  4. concentrate
  5. concentrate
  6. concentrate
simple past
  1. concentrated
  2. concentrated
  3. concentrated
  4. concentrated
  5. concentrated
  6. concentrated
present perfect
  1. have concentrated
  2. have concentrated
  3. has concentrated
  4. have concentrated
  5. have concentrated
  6. have concentrated
past continuous
  1. was concentrating
  2. were concentrating
  3. was concentrating
  4. were concentrating
  5. were concentrating
  6. were concentrating
future
  1. shall concentrate
  2. will concentrate
  3. will concentrate
  4. shall concentrate
  5. will concentrate
  6. will concentrate
continuous present
  1. am concentrating
  2. are concentrating
  3. is concentrating
  4. are concentrating
  5. are concentrating
  6. are concentrating
subjunctive
  1. be concentrated
  2. be concentrated
  3. be concentrated
  4. be concentrated
  5. be concentrated
  6. be concentrated
diverse
  1. concentrate!
  2. let's concentrate!
  3. concentrated
  4. concentrating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

concentrate [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the concentrate
    het krachtvoer

Vertaal Matrix voor concentrate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krachtvoer concentrate
- dressed ore
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dikker worden concentrate; condense; thicken become heavier; become thicker; gain; gain weight; thicken
door koken dikker maken boil down; concentrate; condense; reduce; thicken
door koken dikker worden boil down; concentrate; condense; thicken
door koken verdikken boil down; concentrate; condense; reduce; thicken
geconcentreerder worden concentrate; condense; thicken
inbinden boil down; concentrate; condense; reduce; thicken binding; bookbinding; control; restrain oneself
indikken boil down; concentrate; condense; reduce; thicken
inkoken boil down; concentrate; condense; reduce; thicken
stollen concentrate; condense; thicken
verdikken boil down; concentrate; condense; reduce; thicken become thicker; thicken
- boil down; center; centralise; centralize; centre; condense; contract; decoct; digest; focus; pore; reduce; rivet
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dressed ore; ore concentrate

Verwante woorden van "concentrate":


Synoniemen voor "concentrate":


Antoniemen van "concentrate":


Verwante definities voor "concentrate":

  1. a concentrated example of something1
    • the concentrate of contemporary despair1
  2. a concentrated form of a foodstuff; the bulk is reduced by removing water1
  3. the desired mineral that is left after impurities have been removed from mined ore1
  4. cook until very little liquid is left1
  5. be cooked until very little liquid is left1
  6. make denser, stronger, or purer1
    • concentrate juice1
  7. make more concise1
  8. compress or concentrate1
  9. make central1
  10. direct one's attention on something1
  11. draw together or meet in one common center1
    • These groups concentrate in the inner cities1

Wiktionary: concentrate

concentrate
verb
  1. focus one's thought or attention
  2. approach or meet in a common center
  3. increase the strength and diminish the bulk of, as of a liquid or an ore
  4. bring to, or direct toward, a common center
concentrate
verb
  1. op één plek samenbrengen
  2. zich ~ op één zaak toespitsen