Engels

Uitgebreide vertaling voor contested (Engels) in het Nederlands

contested:

contested bijvoeglijk naamwoord

  1. contested (dubious; questionable; controversial; )
    omstreden; twijfelachtig; betwist; bedenkelijk; dubieus; verdacht; kwestieus
  2. contested
    tegengegaan; bestreden; verzet

Vertaal Matrix voor contested:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verzet contradiction; objection; protest; rebellion; relaxation; resistance; revolt; riot
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedenkelijk contested; controversial; debatable; disputable; disputed; dubious; imputable; open to question; questionable; uncertain
dubieus contested; controversial; debatable; disputable; disputed; dubious; imputable; open to question; questionable; uncertain debatable; disputable; dubious; grimy; imputable; nasty; obscure; open to question; problematic; questionable; scary; shady; shifty; sinister; slimy; suspect; suspicious; uncertain; unreliable
kwestieus contested; controversial; debatable; disputable; disputed; dubious; imputable; open to question; questionable; uncertain debatable; disputable; imputable; open to question; questionable
omstreden contested; controversial; debatable; disputable; disputed; dubious; imputable; open to question; questionable; uncertain
twijfelachtig contested; controversial; debatable; disputable; disputed; dubious; imputable; open to question; questionable; uncertain debatable; disputable; dubious; imputable; open to debate; open to question; questionable
verdacht contested; controversial; debatable; disputable; disputed; dubious; imputable; open to question; questionable; uncertain deceitful; dubious; grimy; mendacious; nasty; obscure; problematic; questionable; scary; shady; shifty; sinister; slimy; suspect; suspicious; uncertain; unreliable
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestreden contested
betwist contested; controversial; debatable; disputable; disputed; dubious; imputable; open to question; questionable; uncertain
tegengegaan contested
verzet contested

Verwante woorden van "contested":

  • uncontested

Antoniemen van "contested":

  • uncontested

Verwante definities voor "contested":

  1. disputed or made the object of contention or competition1
    • a contested election1

contest:

contest [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the contest (match; competition; game; play; set)
    de wedstrijd; de partij; de concours; de strijd; de pot
    • wedstrijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • concours [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • strijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the contest
    de prijsvraag
  3. the contest (resistance; challenge; control)
    de bestrijding

to contest werkwoord (contests, contested, contesting)

  1. to contest (dispute; challenge; question)
    betwisten; aanvechten; bestrijden
    • betwisten werkwoord (betwist, betwistte, betwistten, betwist)
    • aanvechten werkwoord (vecht aan, vocht aan, vochten aan, aangevochten)
    • bestrijden werkwoord (bestrijd, bestrijdt, bestreed, bestreden, bestreden)
  2. to contest (battle with; fight; combat; quarrel)
    bestrijden; bevechten; bekampen
    • bestrijden werkwoord (bestrijd, bestrijdt, bestreed, bestreden, bestreden)
    • bevechten werkwoord (bevecht, bevocht, bevochten, bevochten)
    • bekampen werkwoord (bekamp, bekampt, bekampte, bekampten, bekampt)

Conjugations for contest:

present
  1. contest
  2. contest
  3. contests
  4. contest
  5. contest
  6. contest
simple past
  1. contested
  2. contested
  3. contested
  4. contested
  5. contested
  6. contested
present perfect
  1. have contested
  2. have contested
  3. has contested
  4. have contested
  5. have contested
  6. have contested
past continuous
  1. was contesting
  2. were contesting
  3. was contesting
  4. were contesting
  5. were contesting
  6. were contesting
future
  1. shall contest
  2. will contest
  3. will contest
  4. shall contest
  5. will contest
  6. will contest
continuous present
  1. am contesting
  2. are contesting
  3. is contesting
  4. are contesting
  5. are contesting
  6. are contesting
subjunctive
  1. be contested
  2. be contested
  3. be contested
  4. be contested
  5. be contested
  6. be contested
diverse
  1. contest!
  2. let's contest!
  3. contested
  4. contesting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor contest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvechten challenge; contest; dispute; impugn
bestrijden challenge; contest; dispute; impugn
bestrijding challenge; contest; control; resistance repression
betwisten challenge; contest; dispute; impugn
concours competition; contest; game; match; play; set
partij competition; contest; game; match; play; set bunch; celebration; certain amount; faction; feast; football game; football match; gang; group; lot; panel; parcel; party; political party; quantity; set; team; treat
pot competition; contest; game; match; play; set barrel; bucket; butt; cash for playing; cask; casserole; chamber pot; cooking-pot; dike; drum; dyke; hold; lesbian; pail; pan; pool; pot; saucepan; stakes; stew-pan; stewing-pan; stewpan; tub; vat; vessel; wee-wee
prijsvraag contest
strijd competition; contest; game; match; play; set battle; struggle; war; wrestle
wedstrijd competition; contest; game; match; play; set
- competition
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvechten challenge; contest; dispute; question
bekampen battle with; combat; contest; fight; quarrel
bestrijden battle with; challenge; combat; contest; dispute; fight; quarrel; question
betwisten challenge; contest; dispute; question
bevechten battle with; combat; contest; fight; quarrel
- contend; repugn
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
partij lot

Synoniemen voor "contest":


Verwante definities voor "contest":

  1. a struggle between rivals1
  2. an occasion on which a winner is selected from among two or more contestants1
  3. to make the subject of dispute, contention, or litigation1
    • They contested the outcome of the race1

Wiktionary: contest

contest
noun
  1. competition
contest
noun
  1. sport|nld wedstrijd
  2. een strijd van twee of meer personen om uit te maken wie op een bepaald gebied de beste is

Cross Translation:
FromToVia
contest concours; match; wedstrijd concoursaction de tendre vers un même but, de coopérer.
contest aanvechten; bestrijden; betwisten; tegenspreken contester — Mettre en discussion ce que quelqu’un revendique.
contest aanvechten; bestrijden; betwisten; tegenspreken disputer — Être en discussion plus ou moins vif à propos d’opinions, d’intérêts.