Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cyclus:


Engels

Uitgebreide vertaling voor cyclus (Engels) in het Nederlands

cyclus:

cyclus [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cyclus (sequence; chain; row)
    de cyclus; de reeks; de serie
    • cyclus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • reeks [de ~] zelfstandig naamwoord
    • serie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cyclus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cyclus chain; cyclus; row; sequence circular course; cycle; row; sequence; series
reeks chain; cyclus; row; sequence chain; concatenation; row; sequence; series; string; succession
serie chain; cyclus; row; sequence chain; concatenation; family; row; sequence; series; string; succession