Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dampness:
  2. damp:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor dampness (Engels) in het Nederlands

dampness:

dampness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the dampness (moisture; humidity; wetness)
    de vochtigheid; de vocht; de nattigheid
  2. the dampness (wetness; moistness)
    de vochtigheid; de natheid; de nattigheid
  3. the dampness (humidity; moistness; clamminess)
    vochtigheidsgehalte; humiditeit
  4. the dampness (clamminess; moistness; dankness)
    klamheid
  5. the dampness (moistness; wetness)
    de vochtigheid; humiditeit; de nattigheid

Vertaal Matrix voor dampness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
humiditeit clamminess; dampness; humidity; moistness; wetness
klamheid clamminess; dampness; dankness; moistness
natheid dampness; moistness; wetness
nattigheid dampness; humidity; moistness; moisture; wetness
vocht dampness; humidity; moisture; wetness fluid; humidity; juice; liquid; moistness; moisture
vochtigheid dampness; humidity; moistness; moisture; wetness
vochtigheidsgehalte clamminess; dampness; humidity; moistness
- damp; moistness

Verwante woorden van "dampness":


Synoniemen voor "dampness":


Verwante definities voor "dampness":

  1. a slight wetness1

Wiktionary: dampness

dampness
noun
  1. degree to which something is damp
  2. moderate humidity

Cross Translation:
FromToVia
dampness vochtigheid humidité — Traductions à trier

damp:

damp bijvoeglijk naamwoord

  1. damp (moist; wettish; wet; liquid)
    vochtig; humide; nat
    • vochtig bijvoeglijk naamwoord
    • humide bijvoeglijk naamwoord
    • nat bijvoeglijk naamwoord
  2. damp (rainy; wet)
    nat; regenachtig; met neerslag
  3. damp
    dampig; damp uitwasemend

to damp werkwoord (damps, damped, damping)

  1. to damp (reduce)
    temperen
    • temperen werkwoord (temper, tempert, temperde, temperden, getemperd)

Conjugations for damp:

present
  1. damp
  2. damp
  3. damps
  4. damp
  5. damp
  6. damp
simple past
  1. damped
  2. damped
  3. damped
  4. damped
  5. damped
  6. damped
present perfect
  1. have damped
  2. have damped
  3. has damped
  4. have damped
  5. have damped
  6. have damped
past continuous
  1. was damping
  2. were damping
  3. was damping
  4. were damping
  5. were damping
  6. were damping
future
  1. shall damp
  2. will damp
  3. will damp
  4. shall damp
  5. will damp
  6. will damp
continuous present
  1. am damping
  2. are damping
  3. is damping
  4. are damping
  5. are damping
  6. are damping
subjunctive
  1. be damped
  2. be damped
  3. be damped
  4. be damped
  5. be damped
  6. be damped
diverse
  1. damp!
  2. let's damp!
  3. damped
  4. damping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor damp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nat fluid; humidity; juice; liquid; moistness; moisture
- dampness; moistness
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
temperen damp; reduce moderate; restrain
- break; dampen; deaden; dull; muffle; mute; soften; tone down; weaken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dampig damp foggy; hazy; misty; smoky
nat damp; liquid; moist; rainy; wet; wettish
regenachtig damp; rainy; wet
vochtig damp; liquid; moist; wet; wettish
- dampish; moist
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- moist
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
damp uitwasemend damp
humide damp; liquid; moist; wet; wettish
met neerslag damp; rainy; wet

Verwante woorden van "damp":


Synoniemen voor "damp":


Verwante definities voor "damp":

  1. slightly wet1
    • clothes damp with perspiration1
  2. a slight wetness1
  3. lessen in force or effect1
  4. make vague or obscure or make (an image) less visible1
  5. restrain or discourage1
    • the sudden bad news damped the joyous atmosphere1
  6. deaden (a sound or noise), especially by wrapping1

Wiktionary: damp

damp
adjective
  1. Being in a state between dry and wet
damp
verb
  1. damp, geur produceren

Cross Translation:
FromToVia
damp klam; mottig; vochtig humide — Qui tenir de la nature de l’eau. Il ne s’emploie guère qu’en poésie.