Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal deafness

Vertaal deafness van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

deafness:
- doofheid; hardhorendheid; slechthorendheid; hardhorigheid
deaf:
- doof
Wiktionary:
- deafness → doofheid
- deafness → doofheid
- deaf → doven
- deaf → doof, dove
- deaf → doof, bot, stomp

Engels

Uitgebreide vertaling voor deafness (Engels) in het Nederlands

deafness:

deafness [the ~] zelfstandig naamwoord

the deafness (hardness of hearing)
de doofheid
- doofheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the deafness
de hardhorendheid; slechthorendheid; hardhorigheid
- hardhorendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slechthorendheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- hardhorigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
the deafness

– Hearing impairment that results in complete loss of hearing. ¹
de doofheid
- doofheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deafness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doofheid	deafness; hardness of hearing
hardhorendheid	deafness
hardhorigheid	deafness
slechthorendheid	deafness
-	hearing loss

Verwante woorden van "deafness":

deaf

Synoniemen voor "deafness":

hearing loss; hearing impairment; hearing disorder

Verwante definities voor "deafness":

partial or complete loss of hearing²
Hearing impairment that results in complete loss of hearing.¹

Wiktionary: deafness

deafness

noun

condition of being deaf
- deafness → doofheid

deafness

noun

het onvermogen geluid waar te nemen
- doofheid → deafness

Cross Translation:

From	To	Via
• deafness	→ doofheid	↔ surdité — médecine\|nocat=1 (term, pathologie) perte ou diminution notable du sens de l’ouïe.

deafness vorm van deaf:

deaf bijvoeglijk naamwoord

deaf
doof
- doof bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor deaf:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	deafen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doof	deaf
-	indifferent
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	hard of hearing

Verwante woorden van "deaf":

deafness, deafer, deafest, deafen

Synoniemen voor "deaf":

deaf-and-dumb; deaf-mute; deafened; hard-of-hearing; hearing-impaired; profoundly deaf; stone-deaf; deaf as a post; unhearing; tone-deaf
indifferent; heedless; thoughtless; unheeding
people
deafen; desensitize; desensitise

Antoniemen van "deaf":

hearing

Verwante definities voor "deaf":

lacking or deprived of the sense of hearing wholly or in part²
(usually followed by `to') unwilling or refusing to pay heed²
- deaf to her warnings²
people who have severe hearing impairments²
- many of the deaf use sign language²
make or render deaf²

Wiktionary: deaf

deaf

noun

deaf people considered as a group
- deaf → doven

adjective

unable to hear
- deaf → doof; dove

deaf

adjective

niet of minder goed tot horen in staat zijn
- doof → deaf

Cross Translation:

From	To	Via
• deaf	→ doof	↔ taub — absolut gehörlos, nicht hörend
• deaf	→ bot; stomp; doof	↔ sourd — Qui est privé du sens de l’ouïe