Engels

Uitgebreide vertaling voor demonstration (Engels) in het Nederlands

demonstration:

demonstration [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the demonstration
    de demonstratie; de betoging
  2. the demonstration
    het vertoon; de manifestatie
  3. the demonstration (public protest; campaign; protest; rally)
    de actie; publieke betoging; de protestbijeenkomst

Vertaal Matrix voor demonstration:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actie campaign; demonstration; protest; public protest; rally act; action; deed
betoging demonstration
demonstratie demonstration show
manifestatie demonstration assembly; conference; congress; gathering; manifestation; meeting; symposium
protestbijeenkomst campaign; demonstration; protest; public protest; rally
publieke betoging campaign; demonstration; protest; public protest; rally
vertoon demonstration appearance; exterior; look; looks
- demo; manifestation; monstrance; presentation; presentment
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- argumentation; expression of opinion; manifestation

Verwante woorden van "demonstration":


Synoniemen voor "demonstration":


Verwante definities voor "demonstration":

  1. a show or display; the act of presenting something to sight or view1
    • he gave the customer a demonstration1
  2. a show of military force or preparedness1
    • he confused the enemy with feints and demonstrations1
  3. a public display of group feelings (usually of a political nature)1
    • there were violent demonstrations against the war1
  4. proof by a process of argument or a series of proposition proving an asserted conclusion1
  5. a visual presentation showing how something works1
    • the lecture was accompanied by dramatic demonstrations1
    • the lecturer shot off a pistol as a demonstration of the startle response1

Wiktionary: demonstration

demonstration
noun
  1. public display
  2. act
  3. event
demonstration
noun
  1. het tonen en uitleggen van iets
  2. een protestmars
  3. openbare gebeurtenis
  4. dat wat vertoond, voorgesteld wordt

demonstrate:

to demonstrate werkwoord (demonstrates, demonstrated, demonstrating)

  1. to demonstrate (prove; verify; justify)
    aantonen; bewijzen; staven
    • aantonen werkwoord (toon aan, toont aan, toonde aan, toonden aan, aangetoond)
    • bewijzen werkwoord (bewijs, bewijst, bewees, bewezen, bewezen)
    • staven werkwoord (staaf, staaft, staafte, staaften, gestaafd)
  2. to demonstrate (show what you mean; expose; illustrate; make your point)
    demonstreren; aanschouwelijk maken; veraanschouwelijken
    • demonstreren werkwoord (demonstreer, demonstreert, demonstreerde, demonstreerden, gedemonstreerd)
    • aanschouwelijk maken werkwoord (maak aanschouwelijk, maakt aanschouwelijk, maakte aanschouwelijk, maakten aanschouwelijk, aanschouwelijk gemaakt)
    • veraanschouwelijken werkwoord (veraanschouwelijk, veraanschouwelijkt, veraanschouwelijkte, veraanschouwelijkten, veraanschouwelijkt)
  3. to demonstrate (assert; contend)
    betogen; demonstreren
    • betogen werkwoord (betoog, betoogt, betoogde, betoogden, betoogd)
    • demonstreren werkwoord (demonstreer, demonstreert, demonstreerde, demonstreerden, gedemonstreerd)
  4. to demonstrate (express; reveal; exhibit; )
    openbaren; zich uiten
    • openbaren werkwoord (openbaar, openbaart, openbaarde, openbaarden, geopenbaard)
    • zich uiten werkwoord

Conjugations for demonstrate:

present
  1. demonstrate
  2. demonstrate
  3. demonstrates
  4. demonstrate
  5. demonstrate
  6. demonstrate
simple past
  1. demonstrated
  2. demonstrated
  3. demonstrated
  4. demonstrated
  5. demonstrated
  6. demonstrated
present perfect
  1. have demonstrated
  2. have demonstrated
  3. has demonstrated
  4. have demonstrated
  5. have demonstrated
  6. have demonstrated
past continuous
  1. was demonstrating
  2. were demonstrating
  3. was demonstrating
  4. were demonstrating
  5. were demonstrating
  6. were demonstrating
future
  1. shall demonstrate
  2. will demonstrate
  3. will demonstrate
  4. shall demonstrate
  5. will demonstrate
  6. will demonstrate
continuous present
  1. am demonstrating
  2. are demonstrating
  3. is demonstrating
  4. are demonstrating
  5. are demonstrating
  6. are demonstrating
subjunctive
  1. be demonstrated
  2. be demonstrated
  3. be demonstrated
  4. be demonstrated
  5. be demonstrated
  6. be demonstrated
diverse
  1. demonstrate!
  2. let's demonstrate!
  3. demonstrated
  4. demonstrating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor demonstrate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
staven barriers; bars
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanschouwelijk maken demonstrate; expose; illustrate; make your point; show what you mean
aantonen demonstrate; justify; prove; verify
betogen assert; contend; demonstrate
bewijzen demonstrate; justify; prove; verify
demonstreren assert; contend; demonstrate; expose; illustrate; make your point; show what you mean
openbaren admit; demonstrate; display; exhibit; express; reveal; show issue; publish
staven demonstrate; justify; prove; verify assent to; confirm; endorse
veraanschouwelijken demonstrate; expose; illustrate; make your point; show what you mean
zich uiten admit; demonstrate; display; exhibit; express; reveal; show
- attest; certify; demo; establish; evidence; exhibit; manifest; march; present; prove; shew; show
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- prove; substantiate

Verwante woorden van "demonstrate":


Synoniemen voor "demonstrate":


Antoniemen van "demonstrate":

  • disprove

Verwante definities voor "demonstrate":

  1. establish the validity of something, as by an example, explanation or experiment1
    • The experiment demonstrated the instability of the compound1
  2. provide evidence for; stand as proof of; show by one's behavior, attitude, or external attributes1
    • This decision demonstrates his sense of fairness1
  3. give an exhibition of to an interested audience1
  4. march in protest; take part in a demonstration1
    • Thousands demonstrated against globalization during the meeting of the most powerful economic nations in Seattle1

Wiktionary: demonstrate

demonstrate
verb
  1. to display the method of using an object
demonstrate
verb
  1. een serie argumenten als een verhaal presenteren, bijvoorbeeld in een rechtszaak
  2. een politieke demonstratie houden
  3. (overgankelijk) iets voordoen of duidelijk laten zien
  4. voor een publiek toonbaar maken

Cross Translation:
FromToVia
demonstrate tonen zeigendi(transitiv): jemanden etwas sehen lassen
demonstrate aantonen; adstrueren; bewijzen; staven; uitwijzen; waarmaken; certificeren; getuigen démontrerprouver d’une manière évidente et convaincante.
demonstrate aanduiden; aangeven; een teken geven; merken; kenmerken; tekenen; laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanwijzen; uitduiden; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken désigner — Traduction à trier
demonstrate laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanduiden; aangeven; aanwijzen; uitduiden indiquermontrer, désigner une personne ou une chose.
demonstrate laten blijken; manifesteren manifesterrendre manifeste.
demonstrate laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen montrerfaire voir ; exposer aux regards.

Verwante vertalingen van demonstration