Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. despatch:


Engels

Uitgebreide vertaling voor despatch (Engels) in het Nederlands

despatch:

despatch [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the despatch (sending; forewarding)
    de zending; het zenden

Vertaal Matrix voor despatch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
het zenden despatch; forewarding; sending
zending despatch; forewarding; sending consignment; delivery; dispatch; remittance; sending; sending in; supply
- communique; dispatch; expedition; expeditiousness; shipment
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dispatch; send off

Synoniemen voor "despatch":


Verwante definities voor "despatch":

  1. the act of sending off something1
  2. killing a person or animal1
  3. the property of being prompt and efficient1
  4. an official report (usually sent in haste)1
  5. send away towards a designated goal1