Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal detachable

Vertaal detachable van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

detachable:
- demonteerbaar; demontabel; afneembaar; wegneembaar; scheidbaar; uitneembaar
detach:
- loskoppelen; niet-beschikbaar maken
Wiktionary:
- detach → ontvlekken, detacheren, uitzenden, afbinden, losbinden, losmaken, afhaken, afkoppelen, ontkoppelen

Engels

Uitgebreide vertaling voor detachable (Engels) in het Nederlands

detachable:

detachable bijvoeglijk naamwoord

detachable (dismountable; removable; separable)
demonteerbaar; demontabel; afneembaar; wegneembaar
- demonteerbaar bijvoeglijk naamwoord
- demontabel bijvoeglijk naamwoord
- afneembaar bijvoeglijk naamwoord
- wegneembaar bijvoeglijk naamwoord
detachable (separable; removable)
scheidbaar; uitneembaar
- scheidbaar bijvoeglijk naamwoord
- uitneembaar bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor detachable:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afneembaar	detachable; dismountable; removable; separable
demontabel	detachable; dismountable; removable; separable
demonteerbaar	detachable; dismountable; removable; separable
scheidbaar	detachable; removable; separable
uitneembaar	detachable; removable; separable
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wegneembaar	detachable; dismountable; removable; separable

Verwante woorden van "detachable":

detach

Synoniemen voor "detachable":

clastic

Antoniemen van "detachable":

attachable

Verwante definities voor "detachable":

designed to be unfastened or disconnected without damage¹
- shirts with detachable collars¹

detach:

to detach werkwoord (detaches, detached, detaching)

to detach

– To remove uninstalled application files from a destination computer. ²
loskoppelen
- loskoppelen werkwoord (koppel los, koppelt los, koppelde los, koppelden los, losgekoppeld)
to detach

– To stop exposing a surfaced virtual disk to the user. ²
niet-beschikbaar maken
- niet-beschikbaar maken werkwoord

Conjugations for detach:

present

detach
detach
detaches
detach
detach
detach

simple past

detached
detached
detached
detached
detached
detached

present perfect

have detached
have detached
has detached
have detached
have detached
have detached

past continuous

was detaching
were detaching
was detaching
were detaching
were detaching
were detaching

future

shall detach
will detach
will detach
shall detach
will detach
will detach

continuous present

am detaching
are detaching
is detaching
are detaching
are detaching
are detaching

subjunctive

be detached
be detached
be detached
be detached
be detached
be detached

diverse

detach!
let's detach!
detached
detaching

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor detach:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
loskoppelen		disconnect
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
loskoppelen	detach	cleave; crack; divide; divorce; part; separate; sever; split; undock
niet-beschikbaar maken	detach
-	come away; come off
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	separate

Verwante woorden van "detach":

detachment, detachable, detached

Synoniemen voor "detach":

Antoniemen van "detach":

attach

Verwante definities voor "detach":

cause to become detached or separated; take off¹
- detach the skin from the chicken before you eat it¹
come to be detached¹
- His retina detached and he had to be rushed into surgery¹
separate (a small unit) from a larger, especially for a special assignment¹
- detach a regiment¹
To remove uninstalled application files from a destination computer.²
To stop exposing a surfaced virtual disk to the user.²

Wiktionary: detach

Cross Translation:

From	To	Via
• detach	→ ontvlekken; detacheren; uitzenden; afbinden; losbinden; losmaken; afhaken; afkoppelen; ontkoppelen	↔ détacher — Dégager de ce qui l’attachait (sens général)