Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal disappeared

Vertaal disappeared van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

disappeared:
- foetsie; verdwenen; weg
disappear:
- verdwijnen
- wegvliegen; afvliegen
Wiktionary:
- disappear → laten verdwijnen, verdwijnen
- disappear → verdwijnen, doodgaan, overlijden, sterven, verscheiden, versmachten, aftrekken, vergaan

Engels

Uitgebreide vertaling voor disappeared (Engels) in het Nederlands

disappeared:

disappeared bijvoeglijk naamwoord

disappeared (gone; vanished; missing)
foetsie; verdwenen
- foetsie bijwoord
- verdwenen bijvoeglijk naamwoord
weg
– wat je niet meer kunt vinden ¹
- weg bijwoord
  - ik heb overal gezocht maar mijn pen is weg¹

Vertaal Matrix voor disappeared:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
weg		avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; street; stretch; track; trail; way
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
weg		gone; missing
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
foetsie	disappeared; gone; missing; vanished
weg	disappeared; gone; missing; vanished	away; from; go; missing; off; out; push off; shoo
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verdwenen	disappeared; gone; missing; vanished

disappeared vorm van disappear:

to disappear werkwoord (disappears, disappeared, disappearing)

to disappear (vanish)
verdwijnen
- verdwijnen werkwoord (verdwijn, verdwijnt, verdween, verdwenen, verdwenen)

Conjugations for disappear:

present

disappear
disappear
disappears
disappear
disappear
disappear

simple past

disappeared
disappeared
disappeared
disappeared
disappeared
disappeared

present perfect

have disappeared
have disappeared
has disappeared
have disappeared
have disappeared
have disappeared

past continuous

was disappearing
were disappearing
was disappearing
were disappearing
were disappearing
were disappearing

future

shall disappear
will disappear
will disappear
shall disappear
will disappear
will disappear

continuous present

am disappearing
are disappearing
is disappearing
are disappearing
are disappearing
are disappearing

subjunctive

be disappeared
be disappeared
be disappeared
be disappeared
be disappeared
be disappeared

diverse

disappear!
let's disappear!
disappeared
disappearing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

disappear [the ~] zelfstandig naamwoord

the disappear (fly away)
wegvliegen; afvliegen
- wegvliegen [znw.] zelfstandig naamwoord
- afvliegen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor disappear:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afvliegen	disappear; fly away
verdwijnen		disappearance; disappearing; vanishing
wegvliegen	disappear; fly away
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afvliegen		burst off; crack off; fly away; fly off; fly out; spatter off
verdwijnen	disappear; vanish	depart; grease; leave; leave for; rub in; sail; set out; smear; start; take off; travel
wegvliegen		fly away; fly off; fly out
-	evaporate; go away; melt; vanish

Verwante woorden van "disappear":

appear

Synoniemen voor "disappear":

Antoniemen van "disappear":

appear

Verwante definities voor "disappear":

become less intense and fade away gradually²
get lost, as without warning or explanation²
- He disappeared without a trace²
cease to exist²
become invisible or unnoticeable²

Wiktionary: disappear

disappear

verb

to make vanish
- disappear → laten verdwijnen
to vanish
- disappear → verdwijnen

disappear

verb

wegraken
- verdwijnen → disappear
uit het zicht gaan
- verdwijnen → disappear

Cross Translation:

From	To	Via
• disappear	→ verdwijnen	↔ verschwinden — aufhören zu existieren, sich in Nichts auflösen
• disappear	→ verdwijnen	↔ verschwinden — den wahrnehmbaren Bereich verlassen
• disappear	→ verdwijnen	↔ disparaitre — cesser de paraitre, ne plus être visible. Le participe passé est disparu, l’auxiliaire avoir et (rare/littéraire) être (pour indiquer l’état).
• disappear	→ verdwijnen	↔ disparaître — dissimuler, cacher.
• disappear	→ doodgaan; overlijden; sterven; verscheiden; versmachten; aftrekken; vergaan	↔ décéder — admin\|fr mourir, parler des personnes.