Engels

Uitgebreide vertaling voor drained (Engels) in het Nederlands

drained:

drained bijvoeglijk naamwoord

  1. drained (listless; languid; washed out)
    slap; lusteloos; futloos; lamlendig; mat

Vertaal Matrix voor drained:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mat coaster; door-mat; grass; grassed surface; mat; rush-bottom; stand; table-mat
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
futloos drained; languid; listless; washed out down in the dumps; lifeless; limp; listless; no energy; spiritless; washed-out
lamlendig drained; languid; listless; washed out awful; down in the dumps; lifeless; limp; listless; miserable; no energy; rotten; spiritless; washed-out; wretched
lusteloos drained; languid; listless; washed out lifeless; limp; listless; no energy; washed-out
mat drained; languid; listless; washed out dopey; dozy; drowsy; dull; dusted; frosted; languid; mat; matt; matted; mindless; misty; muzzy; powdered; sleepy; soporific; staggered; stupefied; tired; weary
slap drained; languid; listless; washed out abstemious; bad; bland; characterless; diluted; faint; feeble; fragile; frail; insipid; lifeless; limp; liquid; listless; no energy; pale; poor; sick; slackly; spineless; wan; washed-out; watery; weak; without character
- dead; knackered

Verwante woorden van "drained":


Synoniemen voor "drained":


Antoniemen van "drained":

  • undrained

Verwante definities voor "drained":

  1. drained of electric charge; discharged1
    • left the lights on and came back to find the battery drained1
  2. emptied or exhausted of (as by drawing off e.g. water or other liquid)1
    • a drained marsh1
    • a drained tank1
    • a drained and apathetic old man...not caring any longer about anything1
  3. very tired1

drain:

to drain werkwoord (drains, drained, draining)

  1. to drain (discharge; expel; disgorge; remove; empty)
    afvoeren; lozen; afscheiden; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen
    • afvoeren werkwoord (voer af, voert af, voerde af, voerden af, afgevoerd)
    • lozen werkwoord (loos, loost, loosde, loosden, geloosd)
    • afscheiden werkwoord (scheid af, scheidt af, scheidde af, scheidden af, afgescheiden)
    • uitscheiden werkwoord (scheid uit, scheidt uit, scheidde uit, scheidden uit, uitgescheiden)
    • uitstoten werkwoord (stoot uit, stootte uit, uitgestoten)
    • uitwerpen werkwoord (werp uit, werpt uit, wierp uit, wierpen uit, uitgeworpen)
  2. to drain (impolder)
    droogleggen; indijken; inpolderen
    • droogleggen werkwoord (leg droog, legt droog, legde droog, legden droog, drooggelegd)
    • indijken werkwoord (dijk in, dijkt in, dijkte in, dijkten in, ingedijkt)
    • inpolderen werkwoord (polder in, poldert in, polderde in, polderden in, ingepolderd)
  3. to drain (ooze; drip; trickle; exude; dribble)
    uitlekken; afdruipen; afdruppelen; uitdruipen; uitdruppelen
    • uitlekken werkwoord (lek uit, lekt uit, lekte uit, lekten uit, uitgelekt)
    • afdruipen werkwoord (druip af, druipt af, droop af, dropen af, afgedropen)
    • afdruppelen werkwoord (druppel af, druppelt af, druppelde af, druppelden af, afgedruppeld)
    • uitdruipen werkwoord (druip uit, druipt uit, droop uit, dropen uit, uitgedropen)
    • uitdruppelen werkwoord (druppel uit, druppelt uit, druppelde uit, druppelden uit, uitgedruppeld)
  4. to drain (suck out)
    uitzuigen; leegzuigen
    • uitzuigen werkwoord (zuig uit, zuigt uit, zoog uit, zogen uit, uitgezogen)
    • leegzuigen werkwoord (zuig leeg, zuigt leeg, zoog leeg, zogen leeg, leeggezogen)
  5. to drain (clear out; take out; remove; )
    uithalen; leeghalen; leegmaken; ledigen
    • uithalen werkwoord (haal uit, haalt uit, haalde uit, haalden uit, uitgehaald)
    • leeghalen werkwoord (haal leeg, haalt leeg, haalde leeg, haalden leeg, leeggehaald)
    • leegmaken werkwoord (maak leeg, maakt leeg, maakte leeg, maakten leeg, leeggemaakt)
    • ledigen werkwoord (ledig, ledigt, ledigde, ledigden, geledigd)
  6. to drain
    afwateren
    • afwateren werkwoord (water af, watert af, waterde af, waterden af, afgewaterd)
  7. to drain
    ontwateren
    • ontwateren werkwoord (ontwater, ontwatert, ontwaterde, ontwaterden, ontwaterd)
  8. to drain (void water; flow out; empty)
    spuien; water afvoeren; uitwateren; water lozen

Conjugations for drain:

present
  1. drain
  2. drain
  3. drains
  4. drain
  5. drain
  6. drain
simple past
  1. drained
  2. drained
  3. drained
  4. drained
  5. drained
  6. drained
present perfect
  1. have drained
  2. have drained
  3. has drained
  4. have drained
  5. have drained
  6. have drained
past continuous
  1. was draining
  2. were draining
  3. was draining
  4. were draining
  5. were draining
  6. were draining
future
  1. shall drain
  2. will drain
  3. will drain
  4. shall drain
  5. will drain
  6. will drain
continuous present
  1. am draining
  2. are draining
  3. is draining
  4. are draining
  5. are draining
  6. are draining
subjunctive
  1. be drained
  2. be drained
  3. be drained
  4. be drained
  5. be drained
  6. be drained
diverse
  1. drain!
  2. let's drain!
  3. drained
  4. draining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

drain [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the drain (lock; sluice; lock chamber; scupper; small lock)
    de sas; de sluis; het schutsluisje; het verlaat
    • sas [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sluis [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schutsluisje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • verlaat [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the drain (sewerage; sewer; drainage-canal)
    de riolering; de boezem; de riool; het afvoerkanaal; het afwateringskanaal
  3. the drain (waste pipe; rain-pipe; drainage tube; outlet)
    de riool; de regenpijp; de afvoerbuis; afwateringsbuis; het spui
  4. the drain (culvert)
    de doorlaat
    • doorlaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the drain (drain dry)
    afdruppelen; uitdruipen; afdruipen; uitdruppelen
  6. the drain (discharge; drainage)
    – emptying something accomplished by allowing liquid to run out of it 1
    de afvoer
    • afvoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor drain:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdruipen drain; drain dry
afdruppelen drain; drain dry
afvoer discharge; drain; drainage transport
afvoerbuis drain; drainage tube; outlet; rain-pipe; waste pipe
afvoerkanaal drain; drainage-canal; sewer; sewerage
afwateringsbuis drain; drainage tube; outlet; rain-pipe; waste pipe
afwateringskanaal drain; drainage-canal; sewer; sewerage
boezem drain; drainage-canal; sewer; sewerage boobs; bosom; breasts; tits
doorlaat culvert; drain
leegmaken draining; emptying
lozen desisting; discharging; draining off; sluices
regenpijp drain; drainage tube; outlet; rain-pipe; waste pipe
riolering drain; drainage-canal; sewer; sewerage
riool drain; drainage tube; drainage-canal; outlet; rain-pipe; sewer; sewerage; waste pipe
sas drain; lock; lock chamber; scupper; sluice; small lock
schutsluisje drain; lock; lock chamber; scupper; sluice; small lock
sluis drain; lock; lock chamber; scupper; sluice; small lock
spui drain; drainage tube; outlet; rain-pipe; waste pipe
spuien desisting; discharging; draining off; sluices
uitdruipen drain; drain dry
uitdruppelen drain; drain dry
uitscheiden cease; knock off; quitting; stopping
verlaat drain; lock; lock chamber; scupper; sluice; small lock
- drainpipe; waste pipe
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdruipen drain; dribble; drip; exude; ooze; trickle drip; drop; ooze; pitter; seep; trickle
afdruppelen drain; dribble; drip; exude; ooze; trickle
afscheiden discharge; disgorge; drain; empty; expel; remove differentiate; dissociate from; isolate; place apart; separate; split; tear off
afvoeren discharge; disgorge; drain; empty; expel; remove accompany; carry away; carry off; drain away; drain off; see off; take away; take in
afwateren drain
droogleggen drain; impolder
indijken drain; impolder embank
inpolderen drain; impolder
ledigen clean out; clear; clear out; drain; empty; finish; remove; take out clear; drink; drink up; empty; finish; make empty; pour out; remove what is inside
leeghalen clean out; clear; clear out; drain; empty; finish; remove; take out clear; empty; gut; make empty; ransack; remove what is inside; strip bare
leegmaken clean out; clear; clear out; drain; empty; finish; remove; take out clear; drink; drink up; empty; finish; make empty; pour out; remove what is inside
leegzuigen drain; suck out
lozen discharge; disgorge; drain; empty; expel; remove
ontwateren drain
spuien drain; empty; flow out; void water express; spout; unload
uitdruipen drain; dribble; drip; exude; ooze; trickle
uitdruppelen drain; dribble; drip; exude; ooze; trickle drip; drop; pitter; trickle
uithalen clean out; clear; clear out; drain; empty; finish; remove; take out get undone; play a trick; pull out; take out; undo; unpick; untie
uitlekken drain; dribble; drip; exude; ooze; trickle
uitscheiden discharge; disgorge; drain; empty; expel; remove abandon; cease; give up; stop
uitstoten discharge; disgorge; drain; empty; expel; remove ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel
uitwateren drain; empty; flow out; void water
uitwerpen discharge; disgorge; drain; empty; expel; remove cast out; eject; throw out
uitzuigen drain; suck out empty; gut; ransack; strip bare
water afvoeren drain; empty; flow out; void water
water lozen drain; empty; flow out; void water
- debilitate; enfeeble; run out
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ditch; drain off; trench; trench dike

Verwante woorden van "drain":


Synoniemen voor "drain":


Verwante definities voor "drain":

  1. emptying something accomplished by allowing liquid to run out of it1
  2. a gradual depletion of energy or resources1
    • a drain on resources1
    • a drain of young talent by emigration1
  3. a pipe through which liquid is carried away1
  4. tube inserted into a body cavity (as during surgery) to remove unwanted material1
  5. make weak1
    • Life in the camp drained him1
  6. empty of liquid; drain the liquid from1
    • We drained the oil tank1
  7. deplete of resources1
    • The exercise class drains me of energy1
  8. flow off gradually1
    • The rain water drains into this big vat1

Wiktionary: drain

drain
verb
  1. Deplete of energy
  2. Dry out a wet place
  3. To lose liquid
  4. Cause liquid to flow out of
noun
  1. A conduit for liquids
drain
verb
  1. overtollig water afvoeren
  2. iets uitwerpen, kwijt zien te raken, gewoonlijk een vloeistof

Cross Translation:
FromToVia
drain aftappen; afwateren; draineren; droogleggen drainer — agri|fr débarrasser un terrain de l’excès d’humidité au moyen de drains ou de canaux de drainage.
drain riool égout — Conduit par où s’écoulent les eaux et les immondices d’une ville.

Verwante vertalingen van drained