Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. entangled:
  2. entangle:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor entangled (Engels) in het Nederlands

entangled:

entangled bijvoeglijk naamwoord

  1. entangled
    warrig
    • warrig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor entangled:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
warrig entangled
- embroiled
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- tangled

Verwante woorden van "entangled":


Synoniemen voor "entangled":


Verwante definities voor "entangled":

  1. twisted together in a tangled mass1
    • toiled through entangled growths of mesquite1
  2. involved in difficulties1
  3. deeply involved especially in something complicated1
    • felt unwilling entangled in their affairs1

entangle:

to entangle werkwoord (entangles, entangled, entangling)

  1. to entangle (complicate; intricate)
    verwikkelen
    • verwikkelen werkwoord (verwikkel, verwikkelt, verwikkelde, verwikkelden, verwikkeld)
  2. to entangle (complicate; make difficult; make hard)
    compliceren; moeilijk maken; ingewikkeld maken
    • compliceren werkwoord (compliceer, compliceert, compliceerde, compliceerden, gecompliceerd)
    • moeilijk maken werkwoord (maak moeilijk, maakt moeilijk, maakte moeilijk, maakten moeilijk, moeilijk gemaakt)
    • ingewikkeld maken werkwoord (maak ingewikkeld, maakt ingewikkeld, maakte ingewikkeld, maakten ingewikkeld, ingewikkeld gemaakt)

Conjugations for entangle:

present
  1. entangle
  2. entangle
  3. entangles
  4. entangle
  5. entangle
  6. entangle
simple past
  1. entangled
  2. entangled
  3. entangled
  4. entangled
  5. entangled
  6. entangled
present perfect
  1. have entangled
  2. have entangled
  3. has entangled
  4. have entangled
  5. have entangled
  6. have entangled
past continuous
  1. was entangling
  2. were entangling
  3. was entangling
  4. were entangling
  5. were entangling
  6. were entangling
future
  1. shall entangle
  2. will entangle
  3. will entangle
  4. shall entangle
  5. will entangle
  6. will entangle
continuous present
  1. am entangling
  2. are entangling
  3. is entangling
  4. are entangling
  5. are entangling
  6. are entangling
subjunctive
  1. be entangled
  2. be entangled
  3. be entangled
  4. be entangled
  5. be entangled
  6. be entangled
diverse
  1. entangle!
  2. let's entangle!
  3. entangled
  4. entangling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor entangle:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compliceren complicate; entangle; make difficult; make hard
ingewikkeld maken complicate; entangle; make difficult; make hard
moeilijk maken complicate; entangle; make difficult; make hard hinder; make it difficult; make it hard
verwikkelen complicate; entangle; intricate
- mat; mire; snarl; tangle
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verwikkelen involve
- ensnare; snare

Verwante woorden van "entangle":


Synoniemen voor "entangle":


Antoniemen van "entangle":


Verwante definities voor "entangle":

  1. twist together or entwine into a confusing mass1
    • The child entangled the cord1
  2. entrap1

Wiktionary: entangle

entangle
verb
  1. involve in complications
  2. twist or interweave

Cross Translation:
FromToVia
entangle betrekken; verstrikken; verwarren; verwikkelen empêtrerengager dans des entraves, dans ce qui gêner. — note Il se dit proprement parler des pieds, des jambes.
entangle betrekken; verstrikken; verwarren; verwikkelen entortillerenvelopper un objet dans quelque chose que l’on tortiller ou tortiller quelque chose autour d’un objet.