Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal established

Vertaal established van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. established:
  2. establish:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor established:
    • gevestigde

Engels

Uitgebreide vertaling voor established (Engels) in het Nederlands

established:

established bijvoeglijk naamwoord

  1. established (definite; final)
    vastgesteld; definitief; vaststaand; permanent
  2. established (situated)
    gevestigd; gezeten
  3. established (settled)
    metterwoon

Vertaal Matrix voor established:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
permanent curls; curly hair; perm; permanent; permanent wave
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
definitief definite; established; final definitely; final; forever; once and for all; permanently
gevestigd established; situated living; resident; residing; settled
gezeten established; situated seated; sitting
permanent definite; established; final always; constantly; continuous; continuously; definitely; ever; final; forever; once and for all; permanent; permanently; unceasing; unremitting; without interruption
vaststaand definite; established; final absolute; absolutely; certain; certainly; definitely; final; indisputable; positive; sure; unconditional; undoubted
- accomplished; constituted; conventional; effected; naturalised; naturalized
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
metterwoon established; settled
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- time-honored; time-honoured
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vastgesteld definite; established; final

Verwante woorden van "established":


Synoniemen voor "established":


Antoniemen van "established":

  • unestablished

Verwante definities voor "established":

  1. introduced from another region and persisting without cultivation1
  2. brought about or set up or accepted; especially long established1
    • the established social order1
    • a team established as a member of a major league1
    • enjoyed his prestige as an established writer1
    • an established precedent1
    • the established Church1
  3. conforming with accepted standards1
  4. shown to be valid beyond a reasonable doubt1
    • the established facts in the case1
  5. settled securely and unconditionally1

established vorm van establish:

to establish werkwoord (establishes, established, establishing)

  1. to establish (ascertain; identify)
    – establish the validity of something, as by an example, explanation or experiment 1
    vaststellen; constateren
    • vaststellen werkwoord (stel vast, stelt vast, stelde vast, stelden vast, vastgesteld)
    • constateren werkwoord (constateer, constateert, constateerde, constateerden, geconstateerd)
  2. to establish (found; raise; lay the foundations; ground; tune)
    oprichten; stichten; instellen; invoeren
    • oprichten werkwoord (richt op, richtte op, richtten op, opgericht)
    • stichten werkwoord (sticht, stichtte, stichtten, gesticht)
    • instellen werkwoord (stel in, stelt in, stelde in, stelden in, ingesteld)
    • invoeren werkwoord (voer in, voert in, voerde in, voerden in, ingevoerd)
  3. to establish (settle; colonize; found; )
    koloniseren; vestigen; settelen
    • koloniseren werkwoord (koloniseer, koloniseert, koloniseerde, koloniseerden, gekoloniseerd)
    • vestigen werkwoord (vestig, vestigt, vestigde, vestigden, gevestigd)
    • settelen werkwoord (settel, settelt, settelde, settelden, gesetteld)
  4. to establish (determine; identify)
    – establish the validity of something, as by an example, explanation or experiment 1
    vaststellen; determineren; bepalen
    • vaststellen werkwoord (stel vast, stelt vast, stelde vast, stelden vast, vastgesteld)
    • determineren werkwoord (determineer, determineert, determineerde, determineerden, gedetermineerd)
    • bepalen werkwoord (bepaal, bepaalt, bepaalde, bepaalden, bepaalt)
  5. to establish (appoint; install; institute; instal)
    aanstellen; benoemen; installeren
    • aanstellen werkwoord (stel aan, stelt aan, stelde aan, stelden aan, aangesteld)
    • benoemen werkwoord (benoem, benoemt, benoemde, benoemden, benoemd)
    • installeren werkwoord (installeer, installeert, installeerde, installeerden, geïnstalleerd)
  6. to establish (build; set up; erect; raise)
    bouwen; construeren
    • bouwen werkwoord (bouw, bouwt, bouwde, bouwden, gebouwd)
    • construeren werkwoord (construeer, construeert, construeerde, construeerden, geconstrueerd)
  7. to establish (set up; raise; erect; build)
    oprichten; optrekken; overeindzetten
    • oprichten werkwoord (richt op, richtte op, richtten op, opgericht)
    • optrekken werkwoord (trek op, trekt op, trok op, trokken op, opgetrokken)
    • overeindzetten werkwoord (zet overeind, zette overeind, zetten overeind, overeind gezet)

Conjugations for establish:

present
  1. establish
  2. establish
  3. establishes
  4. establish
  5. establish
  6. establish
simple past
  1. established
  2. established
  3. established
  4. established
  5. established
  6. established
present perfect
  1. have established
  2. have established
  3. has established
  4. have established
  5. have established
  6. have established
past continuous
  1. was establishing
  2. were establishing
  3. was establishing
  4. were establishing
  5. were establishing
  6. were establishing
future
  1. shall establish
  2. will establish
  3. will establish
  4. shall establish
  5. will establish
  6. will establish
continuous present
  1. am establishing
  2. are establishing
  3. is establishing
  4. are establishing
  5. are establishing
  6. are establishing
subjunctive
  1. be established
  2. be established
  3. be established
  4. be established
  5. be established
  6. be established
diverse
  1. establish!
  2. let's establish!
  5. established
  6. establishing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor establish:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bepalen declaring; decreeing; determine; dictating; ordering; prescribe; requiring
instellen adjusting; calibration; gauging; tuning
optrekken acceleration
vaststellen determine
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstellen appoint; establish; instal; install; institute
benoemen appoint; establish; instal; install; institute appoint; call; denominate; mention; name; nominate; stamp one's foot; term
bepalen determine; establish; identify assess; calculate; define; determine; estimate; outline
bouwen build; erect; establish; raise; set up build; build up; compose; construct
constateren ascertain; establish; identify
construeren build; erect; establish; raise; set up
determineren determine; establish; identify
installeren appoint; establish; instal; install; institute arrange; assemble; construct; fit; instal; install; lay; place; set up
instellen establish; found; ground; lay the foundations; raise; tune adjust
invoeren establish; found; ground; lay the foundations; raise; tune enter; import
koloniseren colonise; colonize; develop; establish; explore; found; ground; lay the foundations; open up; prospect; scan; settle
oprichten build; erect; establish; found; ground; lay the foundations; raise; set up; tune
optrekken build; erect; establish; raise; set up hang around with; have contact
overeindzetten build; erect; establish; raise; set up
settelen colonise; colonize; develop; establish; explore; found; ground; lay the foundations; open up; prospect; scan; settle
stichten establish; found; ground; lay the foundations; raise; tune
vaststellen ascertain; determine; establish; identify
vestigen colonise; colonize; develop; establish; explore; found; ground; lay the foundations; open up; prospect; scan; settle
- base; build; constitute; demonstrate; found; give; ground; instal; install; institute; launch; lay down; make; plant; prove; set up; shew; show
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- found; institute; ordain

Verwante woorden van "establish":


Synoniemen voor "establish":


Antoniemen van "establish":


Verwante definities voor "establish":

  1. use as a basis for; found on1
  2. establish the validity of something, as by an example, explanation or experiment1
  3. institute, enact, or establish1
  4. place1
  5. set up or lay the groundwork for1
    • establish a new department1
  6. bring about1
    • The trompe l'oeil-illusion establishes depth1
  7. build or establish something abstract1
  8. set up or found1

Wiktionary: establish

establish
verb
  1. To prove and cause to be accepted as true; to establish a fact; to demonstrate
  2. To found; to institute
  3. To form; to set up in business
establish
verb
  1. vaststellen
  2. het grondvesten van een bedrijf
  3. het in het leven roepen van een organisatie
  4. een instelling in het leven roepen
  5. stichten
  6. er gaan wonen
Cross Translation:
FromToVia
• establish → vestigen; stichten; oprichten ↔ etablieren — (transitiv) etwas dauerhaft einrichten, ins Leben rufen
• establish → bekrachtigen; bevestigen; erkennen; staven; vormen ↔ confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution.
• establish → baseren; funderen; grondvesten; stichten; vestigen ↔ fonder — asseoir un bâtiment, un édifice sur des fondements.

Verwante vertalingen van established







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0848 seconde
Page rendered in 1.0 seconds