Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. expecting:
  2. expect:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor expecting (Engels) in het Nederlands

expecting:

expecting bijvoeglijk naamwoord

  1. expecting (pregnant)
    zwanger; in verwachting

Vertaal Matrix voor expecting:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zwanger expecting; pregnant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in verwachting expecting; pregnant

Verwante woorden van "expecting":


Wiktionary: expecting


Cross Translation:
FromToVia
expecting zwanger schwanger — in dem Zustand, in dem ein Embryo (nach Herausbildung der inneren Organe ein Fötus) im Körper heranreift
expecting drachtig; in verwachting; zwanger enceinte — Qui est en état de grossesse, quasiment toujours parler de la femme.

expecting vorm van expect:

to expect werkwoord (expects, expected, expecting)

  1. to expect (anticipate; look forward to; look forward)
    verwachten; uitkijken naar; tegemoetzien; vooruitzien
    • verwachten werkwoord (verwacht, verwachtte, verwachtten, verwacht)
    • uitkijken naar werkwoord (kijk uit naar, kijkt uit naar, keek uit naar, keken uit naar, uitgekeken naar)
    • tegemoetzien werkwoord (zie tegemoet, ziet tegemoet, zag tegemoet, zagen tegemoet, tegemoet gezien)
    • vooruitzien werkwoord (zie vooruit, ziet vooruit, zag vooruit, zagen vooruit, vooruitgezien)

Conjugations for expect:

present
  1. expect
  2. expect
  3. expects
  4. expect
  5. expect
  6. expect
simple past
  1. expected
  2. expected
  3. expected
  4. expected
  5. expected
  6. expected
present perfect
  1. have expected
  2. have expected
  3. has expected
  4. have expected
  5. have expected
  6. have expected
past continuous
  1. was expecting
  2. were expecting
  3. was expecting
  4. were expecting
  5. were expecting
  6. were expecting
future
  1. shall expect
  2. will expect
  3. will expect
  4. shall expect
  5. will expect
  6. will expect
continuous present
  1. am expecting
  2. are expecting
  3. is expecting
  4. are expecting
  5. are expecting
  6. are expecting
subjunctive
  1. be expected
  2. be expected
  3. be expected
  4. be expected
  5. be expected
  6. be expected
diverse
  1. expect!
  2. let's expect!
  3. expected
  4. expecting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor expect:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tegemoetzien anticipate; expect; look forward; look forward to
uitkijken naar anticipate; expect; look forward; look forward to be on the lookout; keep an eye out; look out for; watch for; watch out
verwachten anticipate; expect; look forward; look forward to
vooruitzien anticipate; expect; look forward; look forward to
- anticipate; ask; await; bear; carry; gestate; have a bun in the oven; look; require; wait
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- count on; count upon; look forward to; wait

Verwante woorden van "expect":


Synoniemen voor "expect":


Verwante definities voor "expect":

  1. be pregnant with1
    • The are expecting another child in January1
  2. look forward to the birth of a child1
    • She is expecting in March1
  3. consider reasonable or due1
    • I'm expecting a full explanation as to why these files were destroyed1
  4. regard something as probable or likely1
    • The meteorologists are expecting rain for tomorrow1
  5. look forward to the probable occurrence of1
    • We were expecting a visit from our relatives1
  6. consider obligatory; request and expect1
    • I expect my students to arrive in time for their lessons1

Wiktionary: expect

expect
verb
  1. met verlangen op iets wachten
  2. ergens vanuit gaan

Cross Translation:
FromToVia
expect verwachten erwarten — auf jmdn./etw. warten, dem Eintreffen von etwas entgegensehen; denken, dass etwas kommen/passieren wird
expect rekenen rechnenrechnen mit: stark vermuten, dass etwas geschehen wird; voraussehen
expect wachten; verwachten; te wachten staan attendre — Ne pas bouger, rester l’on est pour la venue de quelque chose ou de quelqu’un.