Engels

Uitgebreide vertaling voor gambler (Engels) in het Nederlands

gambler:

gambler [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the gambler (speculator; dicer)
    de speler; kansspeler; de gokker
    • speler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kansspeler [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gokker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the gambler (dicer)
    de dobbelaar
  3. the gambler (dicer)
    gokster; kansspeelster; de speelster

Vertaal Matrix voor gambler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dobbelaar dicer; gambler
gokker dicer; gambler; speculator
gokster dicer; gambler
kansspeelster dicer; gambler
kansspeler dicer; gambler; speculator
speelster dicer; gambler actress; player
speler dicer; gambler; speculator actor; actress; performer; player
- risk taker
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- adventurer

Verwante woorden van "gambler":


Synoniemen voor "gambler":


Verwante definities voor "gambler":

  1. a person who wagers money on the outcome of games or sporting events1
  2. someone who risks loss or injury in the hope of gain or excitement1

gamble:

gamble [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the gamble (risky enterprise; venture; risky venture; )
    gewaagde onderneming; risicovolle onderneming; de risico; de gok; de waagstuk; de kans
  2. the gamble (lottery; raffle; redemption drawing)
    de loterij
    • loterij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

to gamble werkwoord (gambles, gambled, gambling)

  1. to gamble (take a risk; bet; take a chance)
    gokken; een gok wagen
    • gokken werkwoord (gok, gokt, gokte, gokten, gegokt)
    • een gok wagen werkwoord (waag een gok, waagt een gok, waagde een gok, waagden een gok, een gok gewaagd)
  2. to gamble (do risky business; venture; speculate; take a chance; take a risk)

Conjugations for gamble:

present
  1. gamble
  2. gamble
  3. gambles
  4. gamble
  5. gamble
  6. gamble
simple past
  1. gambled
  2. gambled
  3. gambled
  4. gambled
  5. gambled
  6. gambled
present perfect
  1. have gambled
  2. have gambled
  3. has gambled
  4. have gambled
  5. have gambled
  6. have gambled
past continuous
  1. was gambling
  2. were gambling
  3. was gambling
  4. were gambling
  5. were gambling
  6. were gambling
future
  1. shall gamble
  2. will gamble
  3. will gamble
  4. shall gamble
  5. will gamble
  6. will gamble
continuous present
  1. am gambling
  2. are gambling
  3. is gambling
  4. are gambling
  5. are gambling
  6. are gambling
subjunctive
  1. be gambled
  2. be gambled
  3. be gambled
  4. be gambled
  5. be gambled
  6. be gambled
diverse
  1. gamble!
  2. let's gamble!
  3. gambled
  4. gambling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor gamble:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gewaagde onderneming beezer; bold venture; gamble; hazardous business; hazardous undertaking; risky enterprise; risky undertaking; risky venture; shot; venture; wager
gok beezer; bold venture; gamble; hazardous business; hazardous undertaking; risky enterprise; risky undertaking; risky venture; shot; venture; wager
gokken betting; gambling
kans beezer; bold venture; gamble; hazardous business; hazardous undertaking; risky enterprise; risky undertaking; risky venture; shot; venture; wager chance; opportunity; possibility; vision
loterij gamble; lottery; raffle; redemption drawing
risico beezer; bold venture; gamble; hazardous business; hazardous undertaking; risky enterprise; risky undertaking; risky venture; shot; venture; wager endangerment; hazard; jeopardy; peril; risk
risicovolle onderneming beezer; bold venture; gamble; hazardous business; hazardous undertaking; risky enterprise; risky undertaking; risky venture; shot; venture; wager
waagstuk beezer; bold venture; gamble; hazardous business; hazardous undertaking; risky enterprise; risky undertaking; risky venture; shot; venture; wager
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een gok wagen bet; gamble; take a chance; take a risk
gewaagde zaken doen do risky business; gamble; speculate; take a chance; take a risk; venture
gokken bet; gamble; take a chance; take a risk speculate
- adventure; chance; hazard; risk; run a risk; take a chance; take chances

Verwante woorden van "gamble":


Synoniemen voor "gamble":


Verwante definities voor "gamble":

  1. a risky act or venture1
  2. money that is risked for possible monetary gain1
  3. play games for money1
  4. take a risk in the hope of a favorable outcome1
    • When you buy these stocks you are gambling1

Wiktionary: gamble

gamble
verb
  1. (transitive) to risk something for potential gain
  2. to play casino games
  3. to take a risk, with the potential of a positive outcome
noun
  1. a risky venture
  2. a risk undertaken with a potential gain
    • gamblegok
gamble
verb
  1. iets van waarde, veelal geld, inzetten op de mogelijke uitkomst van iets onzekers
  2. geld wagen op een toekomstige gebeurtenis

Cross Translation:
FromToVia
gamble gokken zockenumgangssprachlich; auch im übertragenen Sinne: Glücksspiele oder riskante Börsengeschäfte betreiben