Engels

Uitgebreide vertaling voor generosity (Engels) in het Nederlands

generosity:

generosity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the generosity (munificence; liberality; open-handedness)
    de royaliteit; de goedgeefsheid; de vrijgevigheid; de ruimhartigheid; de gulheid; de scheutigheid
  2. the generosity
    de grootmoedigheid; de generositeit; de edelmoedigheid
  3. the generosity
    mildadigheid
  4. the generosity (liberality)
    de goedgeefsheid; de mildheid

Vertaal Matrix voor generosity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
edelmoedigheid generosity
generositeit generosity
goedgeefsheid generosity; liberality; munificence; open-handedness
grootmoedigheid generosity
gulheid generosity; liberality; munificence; open-handedness
mildadigheid generosity
mildheid generosity; liberality clemency; consideration; indulgence; kindness; leniency; mercy
royaliteit generosity; liberality; munificence; open-handedness
ruimhartigheid generosity; liberality; munificence; open-handedness
scheutigheid generosity; liberality; munificence; open-handedness
vrijgevigheid generosity; liberality; munificence; open-handedness
- generousness; unselfishness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- liberality; magnanimity; noble-mindedness

Verwante woorden van "generosity":

  • generosities

Synoniemen voor "generosity":


Antoniemen van "generosity":


Verwante definities voor "generosity":

  1. acting generously1
  2. the trait of being willing to give your money or time1

Wiktionary: generosity

generosity
noun
  1. a generous act
  2. acting generously
  3. the trait of being more than adequate
  4. good breeding; nobility of stock
  5. the trait of being willing to give your money and/or time

Cross Translation:
FromToVia
generosity gulheid; vrijgevigheid munificencedisposition qui porter à faire de grandes libéralités.