Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal hijacking

Vertaal hijacking van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hijacking:
  2. hijack:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor hijacking (Engels) in het Nederlands

hijacking:

hijacking [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hijacking (hostage)
    de gijzeling; de lijfsdwang
  2. the hijacking (taking of hostages; kidnapping)
    de gijzeling; gijzelname

Vertaal Matrix voor hijacking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gijzeling hijacking; hostage; kidnapping; taking of hostages
gijzelname hijacking; kidnapping; taking of hostages
lijfsdwang hijacking; hostage
- highjacking

Verwante woorden van "hijacking":


Synoniemen voor "hijacking":


Verwante definities voor "hijacking":

  1. robbery of a traveller or vehicle in transit or seizing control of a vehicle by the use of force1

Wiktionary: hijacking

hijacking
noun
  1. act of one who hijacks

hijack:

to hijack werkwoord (hijacks, hijacked, hijacking)

  1. to hijack (kidnap)
    gijzelen
    • gijzelen werkwoord (gijzel, gijzelt, gijzelde, gijzelden, gegijzeld)

Conjugations for hijack:

present
  1. hijack
  2. hijack
  3. hijacks
  4. hijack
  5. hijack
  6. hijack
simple past
  1. hijacked
  2. hijacked
  3. hijacked
  4. hijacked
  5. hijacked
  6. hijacked
present perfect
  1. have hijacked
  2. have hijacked
  3. has hijacked
  4. have hijacked
  5. have hijacked
  6. have hijacked
past continuous
  1. was hijacking
  2. were hijacking
  3. was hijacking
  4. were hijacking
  5. were hijacking
  6. were hijacking
future
  1. shall hijack
  2. will hijack
  3. will hijack
  4. shall hijack
  5. will hijack
  6. will hijack
continuous present
  1. am hijacking
  2. are hijacking
  3. is hijacking
  4. are hijacking
  5. are hijacking
  6. are hijacking
subjunctive
  1. be hijacked
  2. be hijacked
  3. be hijacked
  4. be hijacked
  5. be hijacked
  6. be hijacked
diverse
  1. hijack!
  2. let's hijack!
  5. hijacked
  6. hijacking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

hijack [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hijack
    de kaping
    • kaping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hijack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kaping hijack
- highjack
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gijzelen hijack; kidnap
- commandeer; highjack; pirate

Verwante woorden van "hijack":


Synoniemen voor "hijack":


Verwante definities voor "hijack":

  1. seizure of a vehicle in transit either to rob it or divert it to an alternate destination1
  2. take arbitrarily or by force1
  3. seize control of1
    • they hijacked the judicial process1

Wiktionary: hijack

hijack
verb
  1. to seize control of a vehicle
hijack
verb
  1. (overgankelijk) het stelen van een voertuig (vrnl. schepen en vliegtuigen)
Cross Translation:
FromToVia
• hijack → kapen ↔ entführen — jemanden (oder etwas in dem sich Personen befinden) heimlich oder gewaltsam wegbringen, verschleppen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0222 seconde
Page rendered in 1.0 seconds