Engels

Uitgebreide vertaling voor hiring (Engels) in het Nederlands

hiring:

hiring [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hiring (employing; engaging)
    in dienst nemen; inhuren; het huren
  2. the hiring (employment; chartering)
    inhuren; huren van persoon
  3. the hiring
    de verhuur
    • verhuur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hiring:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huren employing; engaging; hiring
huren van persoon chartering; employment; hiring
in dienst nemen employing; engaging; hiring
inhuren chartering; employing; employment; engaging; hiring
verhuur hiring hiring out; letting; rental
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huren charter
in dienst nemen employ; engage; hire; recruit; sign on
inhuren employ; engage; hire; recruit; sign on

Verwante woorden van "hiring":


hiring vorm van hire:

to hire werkwoord (hires, hired, hiring)

  1. to hire (employ; recruit; engage; sign on)
    in dienst nemen; aannemen; aantrekken; inhuren
    • in dienst nemen werkwoord (neem in dienst, neemt in dienst, nam in dienst, namen in dienst, in dienst genomen)
    • aannemen werkwoord (neem aan, neemt aan, nam aan, namen aan, aangenomen)
    • aantrekken werkwoord (trek aan, trekt aan, trok aan, trokken aan, aangetrokken)
    • inhuren werkwoord (huur in, huurt in, huurde in, huurden in, ingehuurd)
  2. to hire (employ; set to work)
    tewerkstellen; detacheren; uitzenden
    • tewerkstellen werkwoord
    • detacheren werkwoord (detacheer, detacheert, detacheerde, detacheerden, gedetacheerd)
    • uitzenden werkwoord (zend uit, zendt uit, zond uit, zonden uit, uitgezonden)
  3. to hire (charter)
    afhuren
    • afhuren werkwoord (huur af, huurt af, huurde af, huurden af, afgehuurd)

Conjugations for hire:

present
  1. hire
  2. hire
  3. hires
  4. hire
  5. hire
  6. hire
simple past
  1. hired
  2. hired
  3. hired
  4. hired
  5. hired
  6. hired
present perfect
  1. have hired
  2. have hired
  3. has hired
  4. have hired
  5. have hired
  6. have hired
past continuous
  1. was hiring
  2. were hiring
  3. was hiring
  4. were hiring
  5. were hiring
  6. were hiring
future
  1. shall hire
  2. will hire
  3. will hire
  4. shall hire
  5. will hire
  6. will hire
continuous present
  1. am hiring
  2. are hiring
  3. is hiring
  4. are hiring
  5. are hiring
  6. are hiring
subjunctive
  1. be hired
  2. be hired
  3. be hired
  4. be hired
  5. be hired
  6. be hired
diverse
  1. hire!
  2. let's hire!
  3. hired
  4. hiring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor hire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemen adoption; presumption; presupposition
aantrekken alluring; attiring; attracting; charming; clothing; dressing; inviting; pull; tempting
detacheren detaching
in dienst nemen employing; engaging; hiring
inhuren chartering; employing; employment; engaging; hiring
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemen employ; engage; hire; recruit; sign on abide; accept; accept a gift; adopt; believe; believe in; collect; presume; receive; take; take on; take possession of
aantrekken employ; engage; hire; recruit; sign on advertise; advertize; draw new members; dress; make propaganda; publish; pull to; put on; recruit; solicit
afhuren charter; hire
detacheren employ; hire; set to work loosen; release; set free; unlace; untie; work loose
in dienst nemen employ; engage; hire; recruit; sign on
inhuren employ; engage; hire; recruit; sign on
tewerkstellen employ; hire; set to work
uitzenden employ; hire; set to work broadcast; cast around; disperse; emanate; emit; exude; scatter; send out; sow; spread; sprinkle; strew about; toss about
- charter; employ; engage; lease; rent; take
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- engage

Verwante woorden van "hire":


Synoniemen voor "hire":


Antoniemen van "hire":


Verwante definities voor "hire":

  1. the act of hiring something or someone1
    • he signed up for a week's car hire1
  2. a newly hired employee1
    • the new hires need special training1
  3. engage for service under a term of contract1
  4. engage or hire for work1
    • They hired two new secretaries in the department1
  5. hold under a lease or rental agreement; of goods and services1

Wiktionary: hire

hire
verb
  1. to exchange the services of for remuneration
  2. to accept employment
  3. to employ
  4. to obtain the services of in return for fixed payment
noun
  1. a person who has been hired
hire
verb
  1. tegen betaling lenen

Cross Translation:
FromToVia
hire tewerkstellen anstellen — jemandem eine Arbeitsstelle bieten
hire aannemen; aanwerven; huren; in dienst nemen; tewerkstellen embaucherengager un salarié, passer avec lui un contrat de travail.
hire charteren; huren; afhuren louer — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van hiring