Engels

Uitgebreide vertaling voor identification (Engels) in het Nederlands

identification:

identification [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the identification (discerning; recognition)
    herkennen; thuisbrengen
  2. the identification
    de vereenzelviging
  3. the identification (identification card; I.D.; ID)
    – evidence of identity; something that identifies a person or thing 1
    het identiteitsbewijs; legitimatiepapieren; het legitimatiebewijs; het persoonsbewijs; de legitimatiekaart; de legitimatie; de identiteitskaart
  4. the identification
    – The process of mapping an object onto the supported identification schemas or getting the unique user identifier (UID). The operating system, IIS, or Commerce Server usually provides this identification. 2
    de identificatie

Vertaal Matrix voor identification:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herkennen discerning; identification; recognition detecting; discerning; noticing
identificatie identification identifier
identiteitsbewijs I.D.; ID; identification; identification card identity document; passport
identiteitskaart I.D.; ID; identification; identification card
legitimatie I.D.; ID; identification; identification card
legitimatiebewijs I.D.; ID; identification; identification card photo ID; photo identification
legitimatiekaart I.D.; ID; identification; identification card
legitimatiepapieren I.D.; ID; identification; identification card
persoonsbewijs I.D.; ID; identification; identification card
thuisbrengen discerning; identification; recognition
vereenzelviging identification
- ID; designation; recognition
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herkennen identify; recognise; recognize

Verwante woorden van "identification":


Synoniemen voor "identification":


Verwante definities voor "identification":

  1. the act of designating or identifying something1
  2. the attribution to yourself (consciously or unconsciously) of the characteristics of another person (or group of persons)1
  3. the process of recognizing something or someone by remembering1
  4. evidence of identity; something that identifies a person or thing1
  5. the condition of having the identity (of a person or object) established1
    • the thief's identification was followed quickly by his arrest1
    • identification of the gun was an important clue1
  6. The process of mapping an object onto the supported identification schemas or getting the unique user identifier (UID). The operating system, IIS, or Commerce Server usually provides this identification.2
  7. A unique identifier of an object or person.2

Wiktionary: identification

identification
noun
  1. the act of identifying, or proving to be the same
identification
noun
  1. vaststelling identiteit

identification vorm van identify:

to identify werkwoord (identifies, indentified, identifying)

  1. to identify (ascertain; establish)
    vaststellen; constateren
    • vaststellen werkwoord (stel vast, stelt vast, stelde vast, stelden vast, vastgesteld)
    • constateren werkwoord (constateer, constateert, constateerde, constateerden, geconstateerd)
  2. to identify
    identificeren; identiteit vaststellen
  3. to identify
    identificeren; vereenzelvigen
    • identificeren werkwoord (identificeer, identificeert, identificeerde, identificeerden, geïdentificeerd)
    • vereenzelvigen werkwoord (vereenzelvig, vereenzelvigt, vereenzelvigde, vereenzelvigden, vereenzelvigd)
  4. to identify
    vereenzelvigen
    • vereenzelvigen werkwoord (vereenzelvig, vereenzelvigt, vereenzelvigde, vereenzelvigden, vereenzelvigd)
  5. to identify (determine; establish)
    vaststellen; determineren; bepalen
    • vaststellen werkwoord (stel vast, stelt vast, stelde vast, stelden vast, vastgesteld)
    • determineren werkwoord (determineer, determineert, determineerde, determineerden, gedetermineerd)
    • bepalen werkwoord (bepaal, bepaalt, bepaalde, bepaalden, bepaalt)
  6. to identify (determine)
    bestemmen
    • bestemmen werkwoord (bestem, bestemt, bestemde, bestemden, bestemd)
  7. to identify (prove identity)
    legitimeren
    • legitimeren werkwoord (legitimeer, legitimeert, legitimeerde, legitimeerden, gelegitimeerd)
  8. to identify (recognize; recognise)
    herkennen
    • herkennen werkwoord (herken, herkent, herkende, herkenden, herkend)

Conjugations for identify:

present
  1. identify
  2. identify
  3. identifies
  4. identify
  5. identify
  6. identify
simple past
  1. indentified
  2. indentified
  3. indentified
  4. indentified
  5. indentified
  6. indentified
present perfect
  1. have indentified
  2. have indentified
  3. has indentified
  4. have indentified
  5. have indentified
  6. have indentified
past continuous
  1. was identifying
  2. were identifying
  3. was identifying
  4. were identifying
  5. were identifying
  6. were identifying
future
  1. shall identify
  2. will identify
  3. will identify
  4. shall identify
  5. will identify
  6. will identify
continuous present
  1. am identifying
  2. are identifying
  3. is identifying
  4. are identifying
  5. are identifying
  6. are identifying
subjunctive
  1. be indentified
  2. be indentified
  3. be indentified
  4. be indentified
  5. be indentified
  6. be indentified
diverse
  1. identify!
  2. let's identify!
  3. indentified
  4. identifying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor identify:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bepalen declaring; decreeing; determine; dictating; ordering; prescribe; requiring
herkennen detecting; discerning; identification; noticing; recognition
vaststellen determine
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bepalen determine; establish; identify assess; calculate; define; determine; estimate; outline
bestemmen determine; identify
constateren ascertain; establish; identify
determineren determine; establish; identify
herkennen identify; recognise; recognize
identificeren identify
identiteit vaststellen identify
legitimeren identify; prove identity
vaststellen ascertain; determine; establish; identify
vereenzelvigen identify
- describe; discover; distinguish; key; key out; name; place

Verwante woorden van "identify":


Synoniemen voor "identify":


Verwante definities voor "identify":

  1. consider to be equal or the same1
  2. recognize as being; establish the identity of someone or something1
  3. identify as in botany or biology, for example1
  4. consider (oneself) as similar to somebody else1
  5. conceive of as united or associated1
  6. give the name or identifying characteristics of; refer to by name or some other identifying characteristic property1
    • The almanac identifies the auspicious months1

Wiktionary: identify

identify
verb
  1. to associate oneself with some group
  2. (biology) to establish the taxonomic classification of an organism
  3. to establish the identity of someone or something

Cross Translation:
FromToVia
identify identificeren; vereenzelvigen; onderkennen; onderscheiden; onderscheid maken tussen identifier — didactique|fr comprendre deux choses sous une même idée.
identify beleggen; houden; teweegbrengen; uitschrijven; leggen; plaatsen; situeren; stationeren; identificeren; vereenzelvigen situerplacer, poser en certain endroit par rapport à l’exposition, à l’aspect, au voisinage, etc.

Verwante vertalingen van identification