Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. in transit:


Engels

Uitgebreide vertaling voor in transit (Engels) in het Nederlands

in transit:

in transit bijvoeglijk naamwoord

  1. in transit (on the way; en route)
    onderweg

in transit [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the in transit (passage through)
    de doortocht; de doorreis

Vertaal Matrix voor in transit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorreis in transit; passage through
doortocht in transit; passage through passage
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderweg en route; in transit; on the way

Verwante vertalingen van in transit