Engels

Uitgebreide vertaling voor indicative (Engels) in het Nederlands

indicative:

indicative [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the indicative (indicative mood)
    de indicatief; aantonende wijs

Vertaal Matrix voor indicative:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantonende wijs indicative; indicative mood
indicatief indicative; indicative mood
- common mood; declarative; declarative mood; fact mood; indicative mood
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- declarative; indicatory; revelatory; significative; suggestive
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- indicatory

Verwante woorden van "indicative":


Synoniemen voor "indicative":


Verwante definities voor "indicative":

  1. (usually followed by `of') pointing out or revealing clearly1
    • actions indicative of fear1
  2. relating to the mood of verbs that is used simple in declarative statements1
    • indicative mood1
  3. a mood (grammatically unmarked) that represents the act or state as an objective fact1

Wiktionary: indicative

indicative
noun
  1. the indicative mood
indicative
noun
  1. de vorm van het werkwoord die de werkelijkheid aangeeft
adjective
  1. aanduidend, aanwijzend

indicative vorm van indicate:

to indicate werkwoord (indicates, indicated, indicating)

  1. to indicate (pinpoint; point out; define; )
    aanduiden; indiceren; aangeven; wijzen; iets aanwijzen
    • aanduiden werkwoord (duid aan, duidt aan, duidde aan, duidden aan, aangeduid)
    • indiceren werkwoord (indiceer, indiceert, indiceerde, indiceerden, geïndiceerd)
    • aangeven werkwoord (geef aan, geeft aan, gaf aan, gaven aan, aangegeven)
    • wijzen werkwoord (wijs, wijst, wees, wezen, gewezen)
    • iets aanwijzen werkwoord
  2. to indicate (point out; draw attention to; point; signal; show)
    attenderen; wijzen
    • attenderen werkwoord (attendeer, attendeert, attendeerde, attendeerden, geattendeerd)
    • wijzen werkwoord (wijs, wijst, wees, wezen, gewezen)
  3. to indicate (point to; imply; signify; suggest; stand for)
    duiden op; wijzen op
    • duiden op werkwoord (duid op, duidt op, duidde op, duidden op, geduid op)
    • wijzen op werkwoord
  4. to indicate (make known; inform; point out; )
    informeren; kennisgeven van; zeggen; bewust maken
    • informeren werkwoord (informeer, informeert, informeerde, informeerden, geïnformeerd)
    • kennisgeven van werkwoord
    • zeggen werkwoord (zeg, zeg/zegt, zegt, zei, zeiden, gezegd)
    • bewust maken werkwoord (maak bewust, maakt bewust, maakte bewust, maakten bewust, bewust gemaakt)
  5. to indicate (point; show)

Conjugations for indicate:

present
  1. indicate
  2. indicate
  3. indicates
  4. indicate
  5. indicate
  6. indicate
simple past
  1. indicated
  2. indicated
  3. indicated
  4. indicated
  5. indicated
  6. indicated
present perfect
  1. have indicated
  2. have indicated
  3. has indicated
  4. have indicated
  5. have indicated
  6. have indicated
past continuous
  1. was indicating
  2. were indicating
  3. was indicating
  4. were indicating
  5. were indicating
  6. were indicating
future
  1. shall indicate
  2. will indicate
  3. will indicate
  4. shall indicate
  5. will indicate
  6. will indicate
continuous present
  1. am indicating
  2. are indicating
  3. is indicating
  4. are indicating
  5. are indicating
  6. are indicating
subjunctive
  1. be indicated
  2. be indicated
  3. be indicated
  4. be indicated
  5. be indicated
  6. be indicated
diverse
  1. indicate!
  2. let's indicate!
  3. indicated
  4. indicating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor indicate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanduiden indicating; pointing out; showing
aangeven declaration
informeren announcement; information; informing; making known; notification
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanduiden define; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show
aangeven define; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show betray; declare; delate; deliver up; extend; give; give away; give to; hand; hand over; inform against; offer; pass; peach; present with; squeak; squeal
attenderen draw attention to; indicate; point; point out; show; signal
bewust maken call attention to; indicate; inform; instil; instill; make known; point out; tell
duiden op imply; indicate; point to; signify; stand for; suggest
iets aanwijzen define; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show
indiceren define; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show
informeren call attention to; indicate; inform; instil; instill; make known; point out; tell announce; inform; inquire about; make inquiries about; make known; notify; report; send word; state
kennisgeven van call attention to; indicate; inform; instil; instill; make known; point out; tell
wijzen define; draw attention to; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show; signal
wijzen naar indicate; point; show
wijzen op imply; indicate; point to; signify; stand for; suggest
zeggen call attention to; indicate; inform; instil; instill; make known; point out; tell bring something up; cover; define; depict; describe; explain; expound; recount; report; say; tell; ventilate
- argue; bespeak; betoken; designate; point; show; signal; suggest
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- point out; suggest

Verwante woorden van "indicate":


Synoniemen voor "indicate":


Antoniemen van "indicate":

  • contraindicate

Verwante definities voor "indicate":

  1. give evidence of1
    • The results indicate the need for more work1
  2. be a signal for or a symptom of1
    • These symptoms indicate a serious illness1
  3. indicate a place, direction, person, or thing; either spatially or figuratively1
    • he indicated his opponents1
  4. to state or express briefly1
    • indicated his wishes in a letter1
  5. suggest the necessity of an intervention; in medicine1
    • Tetracycline is indicated in such cases1

Wiktionary: indicate

indicate
verb
  1. to show or manifest by symptoms
  2. to signal in a vehicle the desire to turn right or left
  3. to point out; to discover; to direct to a knowledge of; to show; to make known
indicate
verb
  1. aanwijzen
  2. aanduiden
  3. aanwijzen van zorg
  4. constateren en waarschuwen

Cross Translation:
FromToVia
indicate tonen zeigendi(transitiv): jemanden etwas sehen lassen
indicate aanduiden; aangeven; een teken geven; merken; kenmerken; tekenen; laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanwijzen; uitduiden; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken désigner — Traduction à trier
indicate laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanduiden; aangeven; aanwijzen; uitduiden indiquermontrer, désigner une personne ou une chose.
indicate laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen montrerfaire voir ; exposer aux regards.

Verwante vertalingen van indicative