Engels

Uitgebreide vertaling voor insist (Engels) in het Nederlands

insist:

insist werkwoord

  1. insist (urging)
    aandringen
    • aandringen werkwoord (dring aan, dringt aan, drong aan, drongen aan, aangedrongen)
  2. insist (persist; urge; press; keep on)
    aandringen; aanhouden; op iets aandringen
    • aandringen werkwoord (dring aan, dringt aan, drong aan, drongen aan, aangedrongen)
    • aanhouden werkwoord (houd aan, houdt aan, hield aan, hielden aan, aangehouden)
    • op iets aandringen werkwoord
  3. insist (not revoke; not take back)

Vertaal Matrix voor insist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhouden keeping up; persistence; pertinacity; tenacity
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandringen insist; keep on; persist; press; urge; urging carry on one's point; nag
aanhouden insist; keep on; persist; press; urge apprehend; arrest; capture; carry on; continue; detain; drag on; get on; go on; go through with it; hold; hold on; imprison; keep on; keep up; let last; move on; persist; pick up; proceed; pursue the subject; seize; take in custody; take prisoner
niet terugnemen insist; not revoke; not take back
op iets aandringen insist; keep on; persist; press; urge
- assert; importune; take a firm stand
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- urge

Verwante woorden van "insist":

  • insisting

Synoniemen voor "insist":


Verwante definities voor "insist":

  1. assert to be true1
  2. beg persistently and urgently1
  3. be emphatic or resolute and refuse to budge1
    • I must insist!1

Wiktionary: insist

insist
verb
  1. to hold up a claim emphatically
insist
verb
  1. doorgaan met verzoeken

Cross Translation:
FromToVia
insist dringen; haasten; jachten; tot haast aanzetten; urgent zijn; drukken; knellen; persen; pressen; aandrukken; aandringen; accelereren; bespoedigen; verhaasten; versnellen presserexercer une pression, serrer plus ou moins fort.