Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. instalment:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor instalment (Engels) in het Nederlands

instalment:

instalment [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the instalment (job; position; function; installment; post)
    de positie; de functie; de baan; de dienstbetrekking; de job
    • positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dienstbetrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • job [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor instalment:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baan function; installment; instalment; job; position; post avenue; carriageway; course; distance; job; journey; path; railroad; railroad track; railway; reach; road; round; small circle; street; stretch; track; tracks; trail; way
dienstbetrekking function; installment; instalment; job; position; post
functie function; installment; instalment; job; position; post feature; function; job; job role; position; post; role
job function; installment; instalment; job; position; post chore; duties; labor; labour; task; work; working; workpiece
positie function; installment; instalment; job; position; post aspect; attitude; condition; lay-out; location; position; situation; stand; state
- episode; installation; installing; installment

Synoniemen voor "instalment":


Verwante definities voor "instalment":

  1. the act of installing something (as equipment)1
  2. a part of a published serial1
  3. a part of a broadcast serial1

Wiktionary: instalment

instalment
noun
  1. een geleidelijke betaling in termijnen
  2. vaste periodieke (vaak jaarlijkse) uitkering