Engels

Uitgebreide vertaling voor interpret (Engels) in het Nederlands

interpret:

to interpret werkwoord (interprets, interpreted, interpreting)

  1. to interpret (translate)
    vertalen; interpreteren; vertolken
    • vertalen werkwoord (vertaal, vertaalt, vertaalde, vertaalden, vertaald)
    • interpreteren werkwoord (interpreteer, interpreteert, interpreteerde, interpreteerden, geïnterpreteerd)
    • vertolken werkwoord (vertolk, vertolkt, vertolkte, vertolkten, vertolkt)
  2. to interpret (understand; take up)
    begrijpen; opvatten
    • begrijpen werkwoord (begrijp, begrijpt, begreep, begrepen, begrepen)
    • opvatten werkwoord (vat op, vatte op, vatten op, opgevat)
  3. to interpret (translate; transcribe; render)
    translateren; overbrengen; vertalen; vertolken
    • translateren werkwoord
    • overbrengen werkwoord (breng over, brengt over, bracht over, brachten over, overgebracht)
    • vertalen werkwoord (vertaal, vertaalt, vertaalde, vertaalden, vertaald)
    • vertolken werkwoord (vertolk, vertolkt, vertolkte, vertolkten, vertolkt)
  4. to interpret (personify; represent; portray; impersonate)
    verpersonificeren; uitbeelden; verbeelden; vertolken
    • verpersonificeren werkwoord
    • uitbeelden werkwoord (beeld uit, beeldt uit, beeldde uit, beeldden uit, uitgebeeld)
    • verbeelden werkwoord (verbeeld, verbeeldt, verbeeldde, verbeeldden, verbeeld)
    • vertolken werkwoord (vertolk, vertolkt, vertolkte, vertolkten, vertolkt)
  5. to interpret
    tolken
    • tolken werkwoord (tolk, tolkt, tolkte, tolkten, getolkt)

Conjugations for interpret:

present
  1. interpret
  2. interpret
  3. interprets
  4. interpret
  5. interpret
  6. interpret
simple past
  1. interpreted
  2. interpreted
  3. interpreted
  4. interpreted
  5. interpreted
  6. interpreted
present perfect
  1. have interpreted
  2. have interpreted
  3. has interpreted
  4. have interpreted
  5. have interpreted
  6. have interpreted
past continuous
  1. was interpreting
  2. were interpreting
  3. was interpreting
  4. were interpreting
  5. were interpreting
  6. were interpreting
future
  1. shall interpret
  2. will interpret
  3. will interpret
  4. shall interpret
  5. will interpret
  6. will interpret
continuous present
  1. am interpreting
  2. are interpreting
  3. is interpreting
  4. are interpreting
  5. are interpreting
  6. are interpreting
subjunctive
  1. be interpreted
  2. be interpreted
  3. be interpreted
  4. be interpreted
  5. be interpreted
  6. be interpreted
diverse
  1. interpret!
  2. let's interpret!
  3. interpreted
  4. interpreting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor interpret:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begrijpen comprehension; grasp; notion; understanding
overbrengen splitting; tattle taling; telling of tales
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begrijpen interpret; take up; understand comprehend; get; grasp; understand
interpreteren interpret; translate
opvatten interpret; take up; understand
overbrengen interpret; render; transcribe; translate communicate; transfer
tolken interpret interpreting
translateren interpret; render; transcribe; translate translate
uitbeelden impersonate; interpret; personify; portray; represent
verbeelden impersonate; interpret; personify; portray; represent
verpersonificeren impersonate; interpret; personify; portray; represent
vertalen interpret; render; transcribe; translate translate
vertolken impersonate; interpret; personify; portray; render; represent; transcribe; translate express; express oneself; give expression to; impersonate; reveal oneself; speak; talk; translate; utter; ventilate
- construe; read; rede; render; represent; see; translate; understand
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- comment

Verwante woorden van "interpret":

  • reinterpret, interpreting, interpretive, interpretable

Synoniemen voor "interpret":


Verwante definities voor "interpret":

  1. make sense of a language1
  2. make sense of; assign a meaning to1
    • How do you interpret his behavior?1
  3. give an interpretation or explanation to1
  4. restate (words) from one language into another language1
    • Can you interpret the speech of the visiting dignitaries?1
  5. create an image or likeness of1
  6. give an interpretation or rendition of1

Wiktionary: interpret

interpret
verb
  1. to act as an interpreter
  2. to explain or tell the meaning of
interpret
verb
  1. uitleggen of opvatten
  2. een bepaalde interpretatie aan iets geven
  3. (inergatief) gesproken- of gebarentaal terstond vertalen
  4. vertalen, het van de ene taal omzetten in een andere taal

Cross Translation:
FromToVia
interpret interpreteren; verklaren interpréter — désuet|fr traduire d’une langue en une autre.