Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. interruption:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor interruption (Engels) in het Nederlands

interruption:

interruption [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the interruption (intrusion)
    de storing
    • storing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the interruption (interference; intervention; severance; meddling)
    de onderbreking; de interruptie; de verbreking; de breuk
  3. the interruption (intermission)
    de onderbreking; onderbreken; verbreken
  4. the interruption (break; gap; disruption)
    – an act of delaying or interrupting the continuity 1
    de onderbreking

Vertaal Matrix voor interruption:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breuk interference; interruption; intervention; meddling; severance break; crack; cracking; crash; flaw; fraction; fracture
interruptie interference; interruption; intervention; meddling; severance
onderbreken intermission; interruption
onderbreking break; disruption; gap; interference; intermission; interruption; intervention; meddling; severance break; delay; intermission; interval; pause; recess; reprive; respite; rest-break
storing interruption; intrusion malfunction
verbreken intermission; interruption
verbreking interference; interruption; intervention; meddling; severance division; divorce; partition; segregation; separation
- break; intermission; pause; suspension
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderbreken break in; butt in; hamper; hinder; impede; intercede; interrupt; obstruct; stonewall; suspend
verbreken adjourn; break down; sever

Verwante woorden van "interruption":

  • interruptions

Synoniemen voor "interruption":


Verwante definities voor "interruption":

  1. an act of delaying or interrupting the continuity1
  2. some abrupt occurrence that interrupts an ongoing activity1
    • the telephone is an annoying interruption1
  3. a time interval during which there is a temporary cessation of something1

Wiktionary: interruption

interruption
noun
  1. a time interval during which there is a cessation of something
  2. the act of interrupting, or the state of being interrupted
interruption
noun
  1. een tijdelijk staken van activiteit door een onverwachte gebeurtenis

Verwante vertalingen van interruption