Engels

Uitgebreide vertaling voor lament (Engels) in het Nederlands

lament:

to lament werkwoord (laments, lamented, lamenting)

  1. to lament (wail; complain; make complaints)
    jammeren; jeremiëren; weeklagen
    • jammeren werkwoord (jammer, jammert, jammerde, jammerden, gejammerd)
    • jeremiëren werkwoord (jeremiëer, jeremiëert, jeremiëerde, jeremiëerden, gejeremiëerd)
    • weeklagen werkwoord (weeklaag, weeklaagt, weeklaagde, weeklaagden, geweeklaagd)
  2. to lament (yammer; whimper; yack; whine; whinge)
    kermen
    • kermen werkwoord (kerm, kermt, kermde, kermden, gekermd)
  3. to lament
    lamenteren
    • lamenteren werkwoord (lamenteer, lamenteert, lamenteerde, lamenteerden, gelamenteerd)
  4. to lament
    rouwklagen
    • rouwklagen werkwoord (rouwklaag, rouwklaagt, rouwklaagde, rouwklaagden, gerouwklaagd)

Conjugations for lament:

present
  1. lament
  2. lament
  3. laments
  4. lament
  5. lament
  6. lament
simple past
  1. lamented
  2. lamented
  3. lamented
  4. lamented
  5. lamented
  6. lamented
present perfect
  1. have lamented
  2. have lamented
  3. has lamented
  4. have lamented
  5. have lamented
  6. have lamented
past continuous
  1. was lamenting
  2. were lamenting
  3. was lamenting
  4. were lamenting
  5. were lamenting
  6. were lamenting
future
  1. shall lament
  2. will lament
  3. will lament
  4. shall lament
  5. will lament
  6. will lament
continuous present
  1. am lamenting
  2. are lamenting
  3. is lamenting
  4. are lamenting
  5. are lamenting
  6. are lamenting
subjunctive
  1. be lamented
  2. be lamented
  3. be lamented
  4. be lamented
  5. be lamented
  6. be lamented
diverse
  1. lament!
  2. let's lament!
  3. lamented
  4. lamenting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

lament [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lament (elegy)
    de elegie; het treurdicht
    • elegie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • treurdicht [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the lament (elegiac poem; lamentation; elegy)
    het treurdicht; het klaaglied; het treurlied; de treurzang
  3. the lament (requiem; funeral song; eulogy; dirge)
    het requiem
    • requiem [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. the lament (wail)
    lijkklacht

Vertaal Matrix voor lament:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elegie elegy; lament
klaaglied elegiac poem; elegy; lament; lamentation
lijkklacht lament; wail
requiem dirge; eulogy; funeral song; lament; requiem
treurdicht elegiac poem; elegy; lament; lamentation
treurlied elegiac poem; elegy; lament; lamentation
treurzang elegiac poem; elegy; lament; lamentation
- coronach; dirge; elegy; lamentation; plaint; requiem; threnody; wail
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jammeren complain; lament; make complaints; wail
jeremiëren complain; lament; make complaints; wail
kermen lament; whimper; whine; whinge; yack; yammer
lamenteren lament
rouwklagen lament
weeklagen complain; lament; make complaints; wail
- bemoan; bewail; deplore; keen

Verwante woorden van "lament":


Synoniemen voor "lament":


Verwante definities voor "lament":

  1. a mournful poem; a lament for the dead1
  2. a song or hymn of mourning composed or performed as a memorial to a dead person1
  3. a cry of sorrow and grief1
    • their pitiful laments could be heard throughout the ward1
  4. regret strongly1
    • we lamented the loss of benefits1
  5. express grief verbally1
    • we lamented the death of the child1

Wiktionary: lament

lament
noun
  1. song expressing grief
lament
verb
  1. klagende, huilende geluiden maken

Cross Translation:
FromToVia
lament zucht; beklag; aanklacht; klacht; beschuldiging; telastlegging; tenlastelegging; aangifte; accusatie plainte — Traductions à trier suivant le sens