Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor languishing (Engels) in het Nederlands

languishing:

languishing bijvoeglijk naamwoord

  1. languishing (lingering; sickly)
    kwijnend; armetierig

Vertaal Matrix voor languishing:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armetierig languishing; lingering; sickly indigent; needy; pennyless; poor
kwijnend languishing; lingering; sickly
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- pining

Verwante woorden van "languishing":


languish:

to languish werkwoord (languishes, languished, languishing)

  1. to languish (pine; hope; long for; )
    – have a desire for something or someone who is not present 1
    hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
  2. to languish (wither; pine; long for; pine away; waste away)
    – lose vigor, health, or flesh, as through grief 1
    wegkwijnen; kwijnen; verkwijnen
    • wegkwijnen werkwoord (kwijn weg, kwijnt weg, kwijnde weg, kwijnden weg, weggekwijnd)
    • kwijnen werkwoord (kwijn, kwijnt, kwijnde, kwijnden, gekwijnd)
    • verkwijnen werkwoord (verkwijn, verkwijnt, verkwijnde, verkwijnden, verkwijnd)
  3. to languish (ache to; yearn; long for; pine)
    – have a desire for something or someone who is not present 1
    smachten; kwijnend verlangen; snakken; kwijnen
    • smachten werkwoord (smacht, smachtte, smachtten, gesmacht)
    • kwijnend verlangen werkwoord (verlang kwijnend, verlangt kwijnend, verlangde kwijnend, verlangden kwijnend, kwijnend verlangd)
    • snakken werkwoord (snak, snakt, snakte, snakten, gesnakt)
    • kwijnen werkwoord (kwijn, kwijnt, kwijnde, kwijnden, gekwijnd)
  4. to languish (disapearing; wither; pine away; waste away)
    – lose vigor, health, or flesh, as through grief 1
    wegslinken
    • wegslinken werkwoord (slink weg, slinkt weg, slonk weg, slonken weg, weggeslonken)

Conjugations for languish:

present
  1. languish
  2. languish
  3. languishes
  4. languish
  5. languish
  6. languish
simple past
  1. languished
  2. languished
  3. languished
  4. languished
  5. languished
  6. languished
present perfect
  1. have languished
  2. have languished
  3. has languished
  4. have languished
  5. have languished
  6. have languished
past continuous
  1. was languishing
  2. were languishing
  3. was languishing
  4. were languishing
  5. were languishing
  6. were languishing
future
  1. shall languish
  2. will languish
  3. will languish
  4. shall languish
  5. will languish
  6. will languish
continuous present
  1. am languishing
  2. are languishing
  3. is languishing
  4. are languishing
  5. are languishing
  6. are languishing
subjunctive
  1. be languished
  2. be languished
  3. be languished
  4. be languished
  5. be languished
  6. be languished
diverse
  1. languish!
  2. let's languish!
  3. languished
  4. languishing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor languish:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hopen heaps; piles; stacks
smachten craving; desire; hankering; longing; wanting; wish; yearning
verlangen craving; desire; hankering; longing; wanting; wish; yearning
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hopen have one's heart set on; hope; languish; long for; pine; to want something very badly; yearn accumulate; heap up; hope; mount up; pile up
kwijnen ache to; languish; long for; pine; pine away; waste away; wither; yearn
kwijnend verlangen ache to; languish; long for; pine; yearn
smachten ache to; languish; long for; pine; yearn
snakken ache to; languish; long for; pine; yearn
spinzen have one's heart set on; hope; languish; long for; pine; to want something very badly; yearn
van hoop vervuld zijn have one's heart set on; hope; languish; long for; pine; to want something very badly; yearn
verkwijnen languish; long for; pine; pine away; waste away; wither
verlangen have one's heart set on; hope; languish; long for; pine; to want something very badly; yearn covet; crave; demand; desire; long; require; want; will; wish
wegkwijnen languish; long for; pine; pine away; waste away; wither trifle away; waste away
wegslinken disapearing; languish; pine away; waste away; wither
- ache; fade; grow faint; pine; pine away; waste; yearn; yen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- decline; fade; flag; grow weak; lose strength; pine

Verwante woorden van "languish":


Synoniemen voor "languish":


Verwante definities voor "languish":

  1. become feeble1
    • The prisoner has be languishing for years in the dungeon1
  2. lose vigor, health, or flesh, as through grief1
  3. have a desire for something or someone who is not present1

Wiktionary: languish

languish
verb
  1. to pine away with longing
languish
verb
  1. fysiek in steeds minder goede staat komen te verkeren