Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ledgers:
  2. ledger:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ledgers (Engels) in het Nederlands

ledgers:

ledgers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ledgers (joists)
    de leggers; de balken
    • leggers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • balken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor ledgers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balken joists; ledgers rafters; roofbeams; shingles
leggers joists; ledgers
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balken bray

Verwante woorden van "ledgers":


ledger:

ledger [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ledger
    het grootboek
  2. the ledger
    – The part of an accounting system that is used for classifying the monetary value of economic transactions by using a chart of accounts, a fiscal calendar, and one or more currencies. 1
    het grootboek

Vertaal Matrix voor ledger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grootboek ledger GL; general ledger
- account book; book; book of account; daybook; leger

Verwante woorden van "ledger":


Synoniemen voor "ledger":


Verwante definities voor "ledger":

  1. an accounting journal as a physical object2
  2. a record in which commercial accounts are recorded2
  3. The part of an accounting system that is used for classifying the monetary value of economic transactions by using a chart of accounts, a fiscal calendar, and one or more currencies.1

Wiktionary: ledger

ledger
noun
  1. book for keeping notes
  2. collection of accounting entries
ledger
noun
  1. een schriftelijke notatie van alle in- en uitgaven die bij een geldkas hoort

Cross Translation:
FromToVia
ledger debet; debetzijde débitvente continue, répéter, surtout au détail.
ledger grootboek grand livre — comptabilité|fr registre où les entreprises utilisant le système de la comptabilité en partie double tiennent la liste de tous leurs comptes et reportent dans chacun les opérations qui le modifient.