Let down in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

let down:
- teleurstellen; frustreren; ontgoochelen; tegenvallen; afvallen; laten zakken; duperen; benadelen; dumpen; laten vallen
- teleurgesteld; betrokken; beteuterd; sip
- nederlaag; overwonnen-worden; verlies; mislukking; echec; flop; afgang; fiasco; misser

Engels

Uitgebreide vertaling voor let down (Engels) in het Nederlands

let down:

to let down werkwoord (lets down, let down, letting down)

to let down (disillusion; disappoint; frustrate; counteract; belie; be contrary; cross)
teleurstellen; frustreren; ontgoochelen; tegenvallen; afvallen; laten zakken; duperen; benadelen
- teleurstellen werkwoord (stel teleur, stelt teleur, stelde teleur, stelden teleur, teleurgesteld)
- frustreren werkwoord (frustreer, frustreert, frustreerde, frustreerden, gefrustreerd)
- ontgoochelen werkwoord (ontgoochel, ontgoochelt, ontgoochelde, ontgoochelden, ontgoocheld)
- tegenvallen werkwoord (val tegen, valt tegen, viel tegen, vielen tegen, tegengevallen)
- afvallen werkwoord (val af, valt af, viel af, vielen af, afgevallen)
- laten zakken werkwoord (laat zakken, liet zakken, lieten zakken, laten zakken)
- duperen werkwoord (dupeer, dupeert, dupeerde, dupeerden, gedupeerd)
- benadelen werkwoord (benadeel, benadeelt, benadeelde, benadeelden, benadeeld)
to let down (let drop; let fall; let fail; let go down)
dumpen; laten vallen
- dumpen werkwoord
- laten vallen werkwoord (laat vallen, liet vallen, lieten vallen, laten vallen)

Conjugations for let down:

present

let down
let down
lets down
let down
let down
let down

simple past

let down
let down
let down
let down
let down
let down

present perfect

have let down
have let down
has let down
have let down
have let down
have let down

past continuous

was letting down
were letting down
was letting down
were letting down
were letting down
were letting down

future

shall let down
will let down
will let down
shall let down
will let down
will let down

continuous present

am letting down
are letting down
is letting down
are letting down
are letting down
are letting down

subjunctive

be let down
be let down
be let down
be let down
be let down
be let down

diverse

let down!
let's let down!
let down
letting down

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

let down bijvoeglijk naamwoord

let down (crestfallen; disappointed; disillusioned; glum; down in the mouth)
teleurgesteld; betrokken; beteuterd; sip
- teleurgesteld bijvoeglijk naamwoord
- betrokken bijvoeglijk naamwoord
- beteuterd bijvoeglijk naamwoord
- sip bijvoeglijk naamwoord

let down [the ~] zelfstandig naamwoord

the let down (defeat)
de nederlaag; overwonnen-worden; het verlies
- nederlaag [de ~] zelfstandig naamwoord
- overwonnen-worden [znw.] zelfstandig naamwoord
- verlies [het ~] zelfstandig naamwoord
the let down (failure; fiasco; flop; defeat; fall-through)
de mislukking; het echec; de flop; de afgang; het fiasco; de misser
- mislukking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- echec [het ~] zelfstandig naamwoord
- flop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- afgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fiasco [het ~] zelfstandig naamwoord
- misser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor let down:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgang	defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down	bank; disgrace; flop; incline; slope; talus
afvallen		emaciating; emaciation; loosing weight; lose weight; slimming; weight reduction
echec	defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down
fiasco	defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down	blow; comedown; disappointment; letdown; mishap
flop	defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down	blow; comedown; disappointment; letdown; mishap
laten zakken		letting down
mislukking	defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down
misser	defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down	blunder; error; failure; miscalculation; miss; mistake
nederlaag	defeat; let down
overwonnen-worden	defeat; let down
verlies	defeat; let down	bereavement; contra; damage; demerit; detriment; disadvantage; harm; harming; injury; loss; suffering
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afvallen	be contrary; belie; counteract; cross; disappoint; disillusion; frustrate; let down	drop out; emaciate; lose weight; pull out; quit; slim down
benadelen	be contrary; belie; counteract; cross; disappoint; disillusion; frustrate; let down	aggrieve; cause damage; damage; do harm; harm; hurt; injure
dumpen	let down; let drop; let fail; let fall; let go down
duperen	be contrary; belie; counteract; cross; disappoint; disillusion; frustrate; let down	cause damage; damage; do harm; harm; hurt
frustreren	be contrary; belie; counteract; cross; disappoint; disillusion; frustrate; let down
laten vallen	let down; let drop; let fail; let fall; let go down
laten zakken	be contrary; belie; counteract; cross; disappoint; disillusion; frustrate; let down
ontgoochelen	be contrary; belie; counteract; cross; disappoint; disillusion; frustrate; let down
tegenvallen	be contrary; belie; counteract; cross; disappoint; disillusion; frustrate; let down	disappoint; fail; fail in something; fall short; work out badly
teleurstellen	be contrary; belie; counteract; cross; disappoint; disillusion; frustrate; let down	betray; confound; disappoint; embarras
-	bring down; disappoint; get down; lower; take down
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beteuterd	crestfallen; disappointed; disillusioned; down in the mouth; glum; let down	crestfallen; dazed; dumbfounded; glum; in a daze; taken aback
betrokken	crestfallen; disappointed; disillusioned; down in the mouth; glum; let down	being involved; involved
sip	crestfallen; disappointed; disillusioned; down in the mouth; glum; let down
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
teleurgesteld	crestfallen; disappointed; disillusioned; down in the mouth; glum; let down

Synoniemen voor "let down":

lower; take down; get down; bring down; move; displace
disappoint; thwart; queer; spoil; scotch; foil; cross; frustrate; baffle; bilk

Antoniemen van "let down":

raise

Verwante definities voor "let down":

fail to meet the hopes or expectations of¹
move something or somebody to a lower position¹

Verwante vertalingen van let down

down
let

Remove Ads

Vertaal let down van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor let down (Engels) in het Nederlands

let down:

to let down werkwoord (lets down, let down, letting down)

to let down (disillusion; disappoint; frustrate; counteract; belie; be contrary; cross)

to let down (let drop; let fall; let fail; let go down)

Conjugations for let down:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

let down bijvoeglijk naamwoord

let down (crestfallen; disappointed; disillusioned; glum; down in the mouth)

let down [the ~] zelfstandig naamwoord

the let down (defeat)

the let down (failure; fiasco; flop; defeat; fall-through)

Vertaal Matrix voor let down:

Synoniemen voor "let down":

Antoniemen van "let down":

Verwante definities voor "let down":

Verwante vertalingen van let down