Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. luster:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor luster (Engels) in het Nederlands

luster:

luster [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

  1. the luster (sparkle; sparkling; splendour; )
    sprankelen; fonkelen; de glitter; de schittering; de fonkeling

Vertaal Matrix voor luster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fonkelen glittering; luster; lustre; sparkle; sparkling; splendor; splendour
fonkeling glittering; luster; lustre; sparkle; sparkling; splendor; splendour gleam; glint; shine; sparkle
glitter glittering; luster; lustre; sparkle; sparkling; splendor; splendour gilt; sham; tinsel
schittering glittering; luster; lustre; sparkle; sparkling; splendor; splendour flash; flicker; flickering; glint; glittering; light signal; shine; sparkle
sprankelen glittering; luster; lustre; sparkle; sparkling; splendor; splendour
- brilliancy; lustre; sheen; shininess; splendor; splendour
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fonkelen beam; flare; flicker; give off light; glimmer; glisten; glitter; radiate; shimmer; shine; sparkle; twinkle; vibrate
sprankelen beam; bubble; effervesce; fizz; flare; flicker; give off light; radiate; shimmer; shine; sparkle; twinkle; vibrate

Synoniemen voor "luster":


Verwante definities voor "luster":

  1. a surface coating for ceramics or porcelain1
  2. the visual property of something that shines with reflected light1
  3. a quality that outshines the usual1

Wiktionary: luster

luster
verb
  1. to give luster
  2. to have luster
noun
  1. refinement, polish or quality
  2. brilliance, attractiveness or splendor
  3. a shine, polish or sparkle

Cross Translation:
FromToVia
luster lustrum Jahrfünft — Zeitraum von fünf Jahren
luster lustrum lustre — (term, Antiquité romaine) époque de la cérémonie du cens qui revenait tous les cinq ans et où l’on asperger le peuple romain assembler avec de l’eau lustrale.