Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. myself:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor myself (Engels) in het Nederlands

myself:

myself bijvoeglijk naamwoord

  1. myself (self)
    zelf; ikzelf; zelve
    • zelf bijvoeglijk naamwoord
    • ikzelf bijvoeglijk naamwoord
    • zelve bijvoeglijk naamwoord
  2. myself (personally; with one's own hands)
    eigenhandig; zelf

myself

  1. myself

Vertaal Matrix voor myself:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eigenhandig myself; personally; with one's own hands
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
mezelf myself
mijzelf myself
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ikzelf myself; self
zelf myself; personally; self; with one's own hands
zelve myself; self

Wiktionary: myself

myself
noun
  1. that being which is oneself
en-pron
  1. me, reflexive case of I
myself

Verwante vertalingen van myself