Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal notches

Vertaal notches van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. notches:
  2. notch:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor notches (Engels) in het Nederlands

notches:

notches [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the notches (scores; nicks)
    de kepen
    • kepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor notches:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kepen nicks; notches; scores
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kepen jag; notch

Verwante woorden van "notches":


notch:

notch [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the notch (incision; groove; cut; )
    de inkeping; de keep; de kerf; de inkerving
    • inkeping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • keep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inkerving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the notch (slot; gap; groove; )
    de opening; de gleuf; de sleuf; de kier
    • opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gleuf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sleuf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kier [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. the notch (cartel)
    soort vink; de keep
    • soort vink [znw.] zelfstandig naamwoord
    • keep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the notch (groove; nick)
    de inkerving; kerfsnede

to notch werkwoord (notches, notched, notching)

  1. to notch
    kartelen; kartels krijgen
  2. to notch (jag)
    kerven; een inkeping maken; kepen; inkerven; inkepen
    • kerven werkwoord (kerf, kerft, kerfde, kerfden, gekerfd)
    • een inkeping maken werkwoord
    • kepen werkwoord (keep, keept, keepte, keepten, gekeept)
    • inkerven werkwoord (kerf in, kerft in, kerfde in, kerfden in, ingekerfd)
    • inkepen werkwoord (keep in, keept in, keepte in, keepten in, ingekeept)
  3. to notch (nick; score)
    creneleren; insnijden
    • creneleren werkwoord (creneleer, creneleert, creneleerde, creneleerden, gecreneleerd)
    • insnijden werkwoord (snij in, snijdt in, sneed in, sneden in, ingesneden)
  4. to notch (carve; slash; cut)
    kerven; in hout schrijven

Conjugations for notch:

present
  1. notch
  2. notch
  3. notches
  4. notch
  5. notch
  6. notch
simple past
  1. notched
  2. notched
  3. notched
  4. notched
  5. notched
  6. notched
present perfect
  1. have notched
  2. have notched
  3. has notched
  4. have notched
  5. have notched
  6. have notched
past continuous
  1. was notching
  2. were notching
  3. was notching
  4. were notching
  5. were notching
  6. were notching
future
  1. shall notch
  2. will notch
  3. will notch
  4. shall notch
  5. will notch
  6. will notch
continuous present
  1. am notching
  2. are notching
  3. is notching
  4. are notching
  5. are notching
  6. are notching
subjunctive
  1. be notched
  2. be notched
  3. be notched
  4. be notched
  5. be notched
  6. be notched
diverse
  1. notch!
  2. let's notch!
  5. notched
  6. notching
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor notch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gleuf cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench ditch; groove; slit; trench
inkeping cut; gash; groove; incision; nick; notch; score; slash cartel; carving; cavity; cleft; cranny; crevice; cut; cut-away; fissure; gap; gash; hole; incision; indentation; interstice; opening; saving; slash
inkerving cut; gash; groove; incision; nick; notch; score; slash
keep cartel; cut; gash; groove; incision; nick; notch; score; slash
kepen nicks; notches; scores
kerf cut; gash; groove; incision; nick; notch; score; slash
kerfsnede groove; nick; notch
kerven carve
kier cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench
opening cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench beginning; breach; cavity; cleft; commencement; cranny; crevice; cut-away; ditch; doorway; fissure; gap; gash; groove; hole; interstice; opening; outset; recess; saving; slit; space; start; trench
sleuf cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench ditch; groove; slit; slot; socket; trench
soort vink cartel; notch
- mountain pass; nick; pass; snick
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
creneleren nick; notch; score
een inkeping maken jag; notch
in hout schrijven carve; cut; notch; slash
inkepen jag; notch
inkerven jag; notch groove; incise; score
insnijden nick; notch; score groove; incise; score
kartelen notch
kartels krijgen notch
kepen jag; notch
kerven carve; cut; jag; notch; slash carve; cut
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cavity; cut; dent; hack; hollow; housing; indentation; nick; recess

Verwante woorden van "notch":


Synoniemen voor "notch":


Verwante definities voor "notch":

  1. a small cut1
  2. a V-shaped or U-shaped indentation carved or scratched into a surface1
    • there were four notches in the handle of his revolver1
  3. the location in a range of mountains of a geological formation that is lower than the surrounding peaks1
  4. a V-shaped indentation1
    • mandibular notch1
  5. notch a surface to record something1
  6. cut or make a notch into1
    • notch the rope1

Wiktionary: notch

notch
verb
  1. to achieve
  2. to join by means of notches
  3. to record by notches
  4. to cut a notch
noun
  1. level or degree
  2. mountain pass
  3. indentation
  4. such a cut, used for keeping a record
  5. V-shaped cut
notch
noun
  1. ingesneden groef
verb
  1. met een scherp voorwerp een insnijding trachten te maken in een hard oppervlak
Cross Translation:
FromToVia
• notch → inkeping; keep; kartel; kerf ↔ encoche — entaille en forme de coche.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0330 seconde
Page rendered in 1.0 seconds