Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. overalls:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor overalls (Engels) in het Nederlands

overalls:

overalls [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the overalls (dungarees)
    de overall
    • overall [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the overalls (workclothes; dungarees)
    de werkkleding; het werkpak

Vertaal Matrix voor overalls:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overall dungarees; overalls
werkkleding dungarees; overalls; workclothes
werkpak dungarees; overalls; workclothes
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- boiler-suit

Wiktionary: overalls

overalls
plural
  1. loose fitting pair of pants with a bib

Cross Translation:
FromToVia
overalls overall salopette — Vêtement de travail porté par-dessus les vêtements.