Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. part-time:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor part-time:
    • deeltijd, deeltijds


Engels

Uitgebreide vertaling voor part-time (Engels) in het Nederlands

part-time:

part-time [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the part-time
    het dagdeel
    • dagdeel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor part-time:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dagdeel part-time
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- parttime
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- half-time

Synoniemen voor "part-time":


Antoniemen van "part-time":

  • full-time

Verwante definities voor "part-time":

  1. involving less than the standard or customary time for an activity1
    • part-time employees1
    • a part-time job1
  2. for less than the standard number of hours1
    • he works part-time1

Wiktionary: part-time

part-time
  1. involving less than the normal time

Cross Translation:
FromToVia
part-time deeltijds Teilzeit — Beschäftigung in einem Arbeitsverhältnis, bei der nicht die volle Arbeitszeit gearbeitet wird

Verwante vertalingen van part-time