Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. passive:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor passive (Engels) in het Nederlands

passive:

passive bijvoeglijk naamwoord

  1. passive
    passief
  2. passive
    passief; lijdelijk
  3. passive (languid; sluggish; indolent; )
    lijzig; loom; log
    • lijzig bijvoeglijk naamwoord
    • loom bijvoeglijk naamwoord
    • log bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor passive:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- passive voice
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lijdelijk passive calm; resigned
lijzig dawdling; dragging; drooping; inactive; indolent; inert; languid; lazy; limp; lingering; listless; passive; shuffling; slow; slow of understanding; sluggish; tardy
log dawdling; dragging; drooping; inactive; indolent; inert; languid; lazy; limp; lingering; listless; passive; shuffling; slow; slow of understanding; sluggish; tardy chubby; heavy; plump; squat
loom dawdling; dragging; drooping; inactive; indolent; inert; languid; lazy; limp; lingering; listless; passive; shuffling; slow; slow of understanding; sluggish; tardy
passief passive
- inactive; peaceful
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- inactive; inert

Verwante woorden van "passive":


Synoniemen voor "passive":


Antoniemen van "passive":


Verwante definities voor "passive":

  1. lacking in energy or will1
    • Much benevolence of the passive order may be traced to a disinclination to inflict pain upon oneself1
  2. expressing that the subject of the sentence is the patient of the action denoted by the verb1
    • academics seem to favor passive sentences1
  3. peacefully resistant in response to injustice1
    • passive resistance1
  4. the voice used to indicate that the grammatical subject of the verb is the recipient (not the source) of the action denoted by the verb1
    • `The ball was thrown' is an abbreviated passive1

Wiktionary: passive

passive
adjective
  1. not active, but acted upon
  2. taking no action
  3. grammar: being in the passive voice
  4. psychology: being inactive and receptive in a relationship
  5. finance: not bearing interest
noun
  1. form of verb
passive
adjective
  1. zonder verzet ongemak verdragend
  2. niet zelfstandig werkzaam

Cross Translation:
FromToVia
passive lijdelijk; passief passif — Qui souffrir, qui subir l’action, l’impression.