Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. plural:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor plural (Engels) in het Nederlands

plural:

plural [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the plural
    het meervoud
    • meervoud [het ~] zelfstandig naamwoord

plural bijvoeglijk naamwoord

  1. plural
    meervoudig

Vertaal Matrix voor plural:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meervoud plural
- plural form
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meervoudig plural

Verwante woorden van "plural":

  • plurals

Synoniemen voor "plural":

  • dual
  • plural form; form; word form; signifier; descriptor

Antoniemen van "plural":


Verwante definities voor "plural":

  1. grammatical number category referring to two or more items or units1
  2. composed of more than one member, set, or kind1
  3. the form of a word that is used to denote more than one1

Wiktionary: plural

plural
adjective
  1. more than one
noun
  1. word in plural form
plural
noun
  1. Woord dat in die vorm aan meerdere voorwerpen, mensen of dieren refereert

Cross Translation:
FromToVia
plural meervoud MehrzahlLinguistik: deutsche Bezeichnung für Plural; Flexionskategorie mit der Bedeutung „mehr als 1“
plural meervoud PluralLinguistik: grammatische Kategorie für die Mehrzahl eines Wortes
plural meervoud pluriel — (grammaire, fr) Se dit du nombre de choses quand il est supérieur à un dans la plupart des langues ou à deux si cette langue comporte un duel.
plural meervoudig plurielrelatif à plusieurs entités différentes.