Engels

Uitgebreide vertaling voor power (Engels) in het Nederlands

power:

power [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the power (strength; capacity; force; authority)
    het vermogen; de kracht; de macht
    • vermogen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • macht [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the power (electric current; current)
    electrische stroom; de stroom; de energie
  3. the power (authority; rule)
    de macht; het gezag
    • macht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gezag [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. the power (authority; competence; qualification)
    de bevoegdheid; bevoegd zijn
  5. the power (vigour; strength; intensity; vigor)
    de sterkte; de dynamiek; de kracht; de energie; fiksheid; de felheid
    • sterkte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • dynamiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • energie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • fiksheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • felheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. the power (ability; capacity)
    het vermogen; de capaciteit; de kracht
    • vermogen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • capaciteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. the power (dominion; authority; command; mastery)
    de heerschappij; de autoriteit; het gezag; de macht
    • heerschappij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • autoriteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gezag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • macht [de ~] zelfstandig naamwoord
  8. the power (authorization; power of attorney; approval; )
    de autorisatie; de machtiging; de volmacht; de toestemming; het fiat
  9. the power (authorities; establishment)
    de autoriteiten; de gezaghebbers; het gezag
  10. the power
    de mogendheid; de mogendheden
  11. the power
    – Strength exerted; might. 1

Vertaal Matrix voor power:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autorisatie approval; authorisation; authority; authorization; fiat; licence; license; mandate; power; power of attorney authorisation; authorization
autoriteit authority; command; dominion; mastery; power authority; ruler
autoriteiten authorities; establishment; power authorities; government; public authorities
bevoegd zijn authority; competence; power; qualification
bevoegdheid authority; competence; power; qualification capacity; competence; competency; privilege
capaciteit ability; capacity; power ability; aptitude; capability; capacity; carrying capacity; gift; ingenuity; loading capacity; natural ability; potential; quality; talent; volume
dynamiek intensity; power; strength; vigor; vigour drive; impetus; momentum
electrische stroom current; electric current; power
energie current; electric current; intensity; power; strength; vigor; vigour drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness; will-power
felheid intensity; power; strength; vigor; vigour fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence
fiat approval; authorisation; authority; authorization; fiat; licence; license; mandate; power; power of attorney acceptance; access; admission; admittance; allowance; authorisation; authorization; granting; permission
fiksheid intensity; power; strength; vigor; vigour
gezag authorities; authority; command; dominion; establishment; mastery; power; rule administration; cabinet; colonial administration; colonial government; government; local government
gezaghebbers authorities; establishment; power authorities; persons in charge
heerschappij authority; command; dominion; mastery; power
kracht ability; authority; capacity; force; intensity; power; strength; vigor; vigour courage; drive; energy; fervor; fervour; fiber; fibre; fierceness; fortitude; gin; impetus; intensity; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness; vehemence; violence
macht authority; capacity; command; dominion; force; mastery; power; rule; strength influence
machtiging approval; authorisation; authority; authorization; fiat; licence; license; mandate; power; power of attorney authorisation; authorization; permission
mogendheden power
mogendheid power
sterkte intensity; power; strength; vigor; vigour citadel; courage; fiber; fibre; fortified area; fortitude
stroom current; electric current; power Flow dimension member; brook; creek; current; electricity; flow; river; rivulet; stream
toestemming approval; authorisation; authority; authorization; fiat; licence; license; mandate; power; power of attorney acceptance; access; admission; admittance; allowance; approval; authorisation; authorization; consent; granting; permission; sanctioning
vermogen ability; authority; capacity; force; power; strength ability; capability; capacity; quality
volmacht approval; authorisation; authority; authorization; fiat; licence; license; mandate; power; power of attorney authority; instructions; mandate; power of attorney; warrant
- ability; baron; big businessman; business leader; exponent; force; great power; index; king; magnate; major power; might; mightiness; mogul; office; powerfulness; superpower; top executive; tycoon; world power
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vermogen be able
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kracht power

Verwante woorden van "power":


Synoniemen voor "power":


Antoniemen van "power":


Verwante definities voor "power":

  1. physical strength2
  2. possession of controlling influence2
    • the deterrent power of nuclear weapons2
    • the power of his love saved her2
  3. possession of the qualities (especially mental qualities) required to do something or get something done2
    • danger heightened his powers of discrimination2
  4. a mathematical notation indicating the number of times a quantity is multiplied by itself2
  5. a state powerful enough to influence events throughout the world2
  6. a very wealthy or powerful businessman2
  7. one possessing or exercising power or influence or authority2
    • the mysterious presence of an evil power2
  8. (physics) the rate of doing work; measured in watts (= joules/second)2
  9. (of a government or government official) holding an office means being in power2
    • during his first year in power2
    • the power of the president2
  10. supply the force or power for the functioning of2
    • The gasoline powers the engines2
  11. Strength exerted; might.1

Wiktionary: power

power
noun
  1. influence
  2. physical force or strength
  3. electricity supply
  4. physics: measure of the rate of doing work or transferring energy
  5. physics: rate to magnify an optical image
  6. biblical: fourth level of angels
  7. mathematics: product of equal factors
  8. nation having a strong military and/or economy
verb
  1. provide power for
power
noun
  1. vermogen de wil op te leggen.
  2. de kwaliteiten om iets te kunnen doen

Cross Translation:
FromToVia
power kracht Kraft — etwas den Dingen Innewohnendes (heilende Kraft)
power kracht Kraft — das menschliche Vermögen (körperliche, schöpferische Kraft)
power volmacht; machtiging VollmachtRecht: rechtsgeschäftlich erteilte Vertretungsmacht, also Auftrag oder Erlaubnis für eine Person, als Vertreter im Namen einer anderen Person zu handeln oder Entscheidungen zu treffen
power macht; vermogen capacité — Pouvoirs reconnus par la loi
power kracht; macht; sterkte forcefaculté naturelle d’agir vigoureusement, en particulier en parlant de l’homme et des animaux.
power macht; vermogen habilité — rare|fr droit|fr résultat de l’habilitation, aptitude.
power macht pouvoircapacité à produire un effet.
power kracht; rijk; staat; heerschappij; mogendheid; macht; sterkte puissancepouvoir d’imposer son autorité.

Verwante vertalingen van power