Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. preparedness:
  2. prepared:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor preparedness (Engels) in het Nederlands

preparedness:

preparedness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the preparedness (willingness; readiness)
    de gereedheid; de paraatheid

Vertaal Matrix voor preparedness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gereedheid preparedness; readiness; willingness
paraatheid preparedness; readiness; willingness
- preparation; readiness

Verwante woorden van "preparedness":


Synoniemen voor "preparedness":


Verwante definities voor "preparedness":

  1. the state of having been made ready or prepared for use or action (especially military action)1

Wiktionary: preparedness

preparedness
noun
  1. state of being prepared

prepared:

prepared bijvoeglijk naamwoord

  1. prepared (ready for)
    voorbereid; bedacht; gewapend
  2. prepared (completed; over; finished; )
    voltooid; over; klaar; uit; afgelopen; geëindigd; gereed; voorbij; afgedaan; af
  3. prepared (ready; ready for use)
    paraat; gereed; klaar
    • paraat bijvoeglijk naamwoord
    • gereed bijvoeglijk naamwoord
    • klaar bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor prepared:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgedaan accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use
afgelopen accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use accomplished; achieved; complete; completed; finished; last; over; preceding; previous; ready
bedacht prepared; ready for dreamt; fantasized; fictitious; fictive; imaginary; invented; made up; made-up; notional; spun a yarn; told a tall tale
gereed accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use accomplished; achieved; complete; completed; cooked-through; done; finished; off; over; ready
gewapend prepared; ready for armed; in arms
klaar accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use accomplished; achieved; clear; cloudless; complete; completed; done; finished; off; over; ready; unclouded
paraat prepared; ready; ready for use alert; attentive; cautious; vigilant; watchful
voorbij accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use accomplished; achieved; complete; completed; elapsed; expired; finished; lapsed; over; passed; ready
- disposed; fain; inclined
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
af accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use accomplished; achieved; complete; completed; done; down; downwardly; finished; off; over; ready
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cooked; ready
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geëindigd accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use accomplished; achieved; complete; completed; finished; over; ready
over accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use above; accomplished; achieved; complete; completed; finished; over; ready
uit accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use accomplished; achieved; as from now; complete; completed; finished; from; of today; off; out; over; ready
voltooid accomplished; achieved; clear; completed; concluded; evident; finished; out; over; prepared; ready; ready for use accomplished; achieved; complete; completed; finished; over; ready
voorbereid prepared; ready for

Verwante woorden van "prepared":


Synoniemen voor "prepared":


Antoniemen van "prepared":


Verwante definities voor "prepared":

  1. equipped or prepared with necessary intellectual resources1
  2. made ready or fit or suitable beforehand1
    • a prepared statement1
    • be prepared for emergencies1
  3. having made preparations1
    • prepared to take risks1