Engels

Uitgebreide vertaling voor propelling (Engels) in het Nederlands

propelling:

propelling [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the propelling (pushing on; turning up)
    aandrijven; aanjagen; voortstuwen

Vertaal Matrix voor propelling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandrijven propelling; pushing on; turning up drift ashore; washing ashore; washing up
aanjagen propelling; pushing on; turning up
voortstuwen propelling; pushing on; turning up
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandrijven come ashore; drift ashore; drive; prompt; urge; wash ashore; wash up
aanjagen boost; encourage; push on
voortstuwen move on; propel
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- propellant; propellent; propulsive

Synoniemen voor "propelling":


Verwante definities voor "propelling":

  1. tending to or capable of propelling1

propel:

to propel werkwoord (propels, propelled, propelling)

  1. to propel
    voortstuwen; stuwen; opstuwen
    • voortstuwen werkwoord (stuw voort, stuwt voort, stuwde voort, stuwden voort, voortgestuwd)
    • stuwen werkwoord (stuw, stuwt, stuwde, stuwden, gestuwd)
    • opstuwen werkwoord (stuw op, stuwt op, stuwde op, stuwden op, opgestuwd)
  2. to propel (move on)
    voortstuwen; vooruitduwen; stuwen
    • voortstuwen werkwoord (stuw voort, stuwt voort, stuwde voort, stuwden voort, voortgestuwd)
    • vooruitduwen werkwoord
    • stuwen werkwoord (stuw, stuwt, stuwde, stuwden, gestuwd)
  3. to propel (move on)
    voortbewegen
    • voortbewegen werkwoord (beweeg voort, beweegt voort, bewoog voort, bewogen voort, voortbewogen)

Conjugations for propel:

present
  1. propel
  2. propel
  3. propels
  4. propel
  5. propel
  6. propel
simple past
  1. propelled
  2. propelled
  3. propelled
  4. propelled
  5. propelled
  6. propelled
present perfect
  1. have propelled
  2. have propelled
  3. has propelled
  4. have propelled
  5. have propelled
  6. have propelled
past continuous
  1. was propelling
  2. were propelling
  3. was propelling
  4. were propelling
  5. were propelling
  6. were propelling
future
  1. shall propel
  2. will propel
  3. will propel
  4. shall propel
  5. will propel
  6. will propel
continuous present
  1. am propelling
  2. are propelling
  3. is propelling
  4. are propelling
  5. are propelling
  6. are propelling
subjunctive
  1. be propelled
  2. be propelled
  3. be propelled
  4. be propelled
  5. be propelled
  6. be propelled
diverse
  1. propel!
  2. let's propel!
  3. propelled
  4. propelling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor propel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voortstuwen propelling; pushing on; turning up
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opstuwen propel
stuwen move on; propel
voortbewegen move on; propel
voortstuwen move on; propel
vooruitduwen move on; propel push along; push on
- actuate; impel; incite; motivate; move; prompt

Synoniemen voor "propel":


Verwante definities voor "propel":

  1. cause to move forward with force1
    • Steam propels this ship1
  2. give an incentive for action1

Wiktionary: propel


Cross Translation:
FromToVia
propel najagen; narennen; achtervolgen; vervolgen; drijven; aandrijven; opjagen; voortdrijven poursuivresuivre quelqu’un avec application, avec ardeur, courir après quelqu’un dans le dessein de l’atteindre, de le prendre.
propel douwen; dringen; duwen; stoten; aanduwen; drijven; aandrijven; opjagen; voortdrijven pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.

Verwante vertalingen van propelling