Engels

Uitgebreide vertaling voor ravish (Engels) in het Nederlands

ravish:

to ravish werkwoord (ravishs, ravished, ravishing)

  1. to ravish (bewitch; cast a spell on; put a spell on)
    betoveren; beheksen
    • betoveren werkwoord (betover, betovert, betoverde, betoverden, betoverd)
    • beheksen werkwoord (beheks, behekst, behekste, beheksten, behekst)
  2. to ravish (dishonour; rape; violate; dishonor)
    onteren; ontwijden
    • onteren werkwoord (onteer, onteert, onteerde, onteerden, onteerd)
    • ontwijden werkwoord (ontwijd, ontwijdt, ontwijdde, ontwijdden, ontwijd)
  3. to ravish (make happy; delight; gladden; )
    verheugd; verblijden; plezieren; in verrukking brengen; blij maken; verrukken
    • verheugd werkwoord
    • verblijden werkwoord (verblijd, verblijdt, verblijdde, verblijdden, verblijd)
    • plezieren werkwoord (plezier, pleziert, plezierde, plezierden, geplezierd)
    • in verrukking brengen werkwoord (breng in verrukking, brengt in verrukking, bracht in verrukking, brachten in verrukking, in verrukking gebracht)
    • blij maken werkwoord (maak blij, maakt blij, maakte blij, maakten blij, blij gemaakt)
    • verrukken werkwoord (verruk, verrukt, verrukte, verrukten, verrukt)

Conjugations for ravish:

present
  1. ravish
  2. ravish
  3. ravishs
  4. ravish
  5. ravish
  6. ravish
simple past
  1. ravished
  2. ravished
  3. ravished
  4. ravished
  5. ravished
  6. ravished
present perfect
  1. have ravished
  2. have ravished
  3. has ravished
  4. have ravished
  5. have ravished
  6. have ravished
past continuous
  1. was ravishing
  2. were ravishing
  3. was ravishing
  4. were ravishing
  5. were ravishing
  6. were ravishing
future
  1. shall ravish
  2. will ravish
  3. will ravish
  4. shall ravish
  5. will ravish
  6. will ravish
continuous present
  1. am ravishing
  2. are ravishing
  3. is ravishing
  4. are ravishing
  5. are ravishing
  6. are ravishing
subjunctive
  1. be ravished
  2. be ravished
  3. be ravished
  4. be ravished
  5. be ravished
  6. be ravished
diverse
  1. ravish!
  2. let's ravish!
  3. ravished
  4. ravishing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor ravish:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beheksen bewitch; cast a spell on; put a spell on; ravish
betoveren bewitch; cast a spell on; put a spell on; ravish
blij maken brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish cheer up; comfort; gladden; make someone glad; make someone happy; oblige someone with; please
in verrukking brengen brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
onteren dishonor; dishonour; rape; ravish; violate
ontwijden dishonor; dishonour; rape; ravish; violate defile; desecrate
plezieren brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish enjoy; love; please; pleasures; suit
verblijden brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
verheugd brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
verrukken brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
- assault; delight; dishonor; dishonour; enchant; enrapture; enthral; enthrall; outrage; rape; transport; violate
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verheugd delighted; glad; happy; pleased; satisfied
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verrukken entrance
- enrapture

Verwante woorden van "ravish":


Synoniemen voor "ravish":


Antoniemen van "ravish":

  • disenchant

Verwante definities voor "ravish":

  1. hold spellbound1
  2. force (someone) to have sex against their will1

Wiktionary: ravish

ravish
verb
  1. seize and carry away by violence; snatch by force
  2. transport with joy or delight; delight to ecstasy

Cross Translation:
FromToVia
ravish bekoren; charmeren; in verrukking brengen; verrukken; buitmaken; plunderen; roven; stropen; ontroven ravirenlever de force, emporter avec violence.