Reciprocal in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

reciprocal:
- wederkerig; op zichzelf terug slaand
Wiktionary:
- reciprocal → reciprook
- reciprocal → wederzijds, over en weer, reciprook, omgekeerde, onderling, wederkerig

Engels

Uitgebreide vertaling voor reciprocal (Engels) in het Nederlands

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	multiplicative inverse; reciprocal cross
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wederkerig	mutual; reciprocal	bilateral; mutual; mutually
-	mutual
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	mutual
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
op zichzelf terug slaand	mutual; reciprocal

mutual; bilateral; correlative; interactional; interactive; reciprocating; reciprocatory; reciprocative
inverse
reciprocality; reciprocity
multiplicative inverse; inverse; opposite
reciprocal cross; hybridization; hybridisation; crossbreeding; crossing; cross; interbreeding; hybridizing

of or relating to the multiplicative inverse of a quantity or function¹
- the reciprocal ratio of a:b is b:a¹
concerning each of two or more persons or things; especially given or done in return¹
- reciprocal aid¹
- reciprocal trade¹
- reciprocal privileges at other clubs¹
hybridization involving a pair of crosses that reverse the sexes associated with each genotype¹
(mathematics) one of a pair of numbers whose product is 1: the reciprocal of 2/3 is 3/2; the multiplicative inverse of 7 is 1/7¹
something (a term or expression or concept) that has a reciprocal relation to something else¹
- risk is the reciprocal of safety¹

reciprocal

adjective

een dimensie bezittend die de omgekeerde is van een andere dimensie
- reciprook → reciprocal

Cross Translation:

From	To	Via
• reciprocal	→ wederzijds; over en weer	↔ gegenseitig — einer den/dem anderen gleichermaßen
• reciprocal	→ reciprook	↔ reziprok — fachsprachlich: wechselseitig, in Wechselbeziehung stehend, gegenseitig
• reciprocal	→ omgekeerde	↔ inverse — Mathématiques
• reciprocal	→ onderling; wederkerig; wederzijds	↔ réciproque — Il se dit en parlant de deux personnes ou de deux choses dont chacune exercer sur l’autre une action équivalente à celle qu’elle en recevoir.