Engels

Uitgebreide vertaling voor reveal (Engels) in het Nederlands

reveal:

to reveal werkwoord (reveals, revealed, revealing)

  1. to reveal (detect; discover; spot)
    ontdekken; opsporen; ontwaren
    • ontdekken werkwoord (ontdek, ontdekt, ontdekte, ontdekten, ontdekt)
    • opsporen werkwoord (spoor op, spoort op, spoorde op, spoorden op, opgespoord)
    • ontwaren werkwoord (ontwaar, ontwaart, ontwaarde, ontwaarden, ontwaard)
  2. to reveal (express; exhibit; show; )
    openbaren; zich uiten
    • openbaren werkwoord (openbaar, openbaart, openbaarde, openbaarden, geopenbaard)
    • zich uiten werkwoord
  3. to reveal (squeal; disclose; blab; give away; inform against)
    verraden; verklikken; verklappen; klikken; verlinken
    • verraden werkwoord (verraad, verraadt, verried, verrieden, verraden)
    • verklikken werkwoord (verklik, verklikt, verklikte, verklikten, verklikt)
    • verklappen werkwoord (verklap, verklapt, verklapte, verklapten, verklapt)
    • klikken werkwoord (klik, klikt, klikte, klikten, geklikt)
    • verlinken werkwoord (verlink, verlinkt, verlinkte, verlinkten, verlinkt)
  4. to reveal (tell tales; denounce; peach; )
    verklappen; klikken
    • verklappen werkwoord (verklap, verklapt, verklapte, verklapten, verklapt)
    • klikken werkwoord (klik, klikt, klikte, klikten, geklikt)
  5. to reveal (unveil)
    ontsluieren
    • ontsluieren werkwoord (ontsluier, ontsluiert, ontsluierde, ontsluierden, ontsluierd)
  6. to reveal (disclose; admit)
    bloot leggen; reveleren
    • bloot leggen werkwoord (leg bloot, legt bloot, legde bloot, legden bloot, bloot gelegd)
    • reveleren werkwoord (reveleer, reveleert, reveleerde, reveleerden, gereveleerd)
  7. to reveal (turn out)
    ontpoppen als
    • ontpoppen als werkwoord (ontpop als, ontpopt als, ontpopte als, ontpopten als, ontpopt als)

Conjugations for reveal:

present
  1. reveal
  2. reveal
  3. reveals
  4. reveal
  5. reveal
  6. reveal
simple past
  1. revealed
  2. revealed
  3. revealed
  4. revealed
  5. revealed
  6. revealed
present perfect
  1. have revealed
  2. have revealed
  3. has revealed
  4. have revealed
  5. have revealed
  6. have revealed
past continuous
  1. was revealing
  2. were revealing
  3. was revealing
  4. were revealing
  5. were revealing
  6. were revealing
future
  1. shall reveal
  2. will reveal
  3. will reveal
  4. shall reveal
  5. will reveal
  6. will reveal
continuous present
  1. am revealing
  2. are revealing
  3. is revealing
  4. are revealing
  5. are revealing
  6. are revealing
subjunctive
  1. be revealed
  2. be revealed
  3. be revealed
  4. be revealed
  5. be revealed
  6. be revealed
diverse
  1. reveal!
  2. let's reveal!
  3. revealed
  4. revealing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor reveal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klikken splitting; tattle taling; telling of tales
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloot leggen admit; disclose; reveal bare; strip; uncover
klikken blab; denounce; disclose; give away; inform against; peach; report; reveal; squeal; tell tales click
ontdekken detect; discover; reveal; spot discover; learn
ontpoppen als reveal; turn out
ontsluieren reveal; unveil
ontwaren detect; discover; reveal; spot become aware of; behold; feel; find; notice; observe; perceive; see; see in; sense
openbaren admit; demonstrate; display; exhibit; express; reveal; show issue; publish
opsporen detect; discover; reveal; spot localise; localize; locate; trace
reveleren admit; disclose; reveal
verklappen blab; denounce; disclose; give away; inform against; peach; report; reveal; squeal; tell tales betray; blab; blurt out; give away; inform against; let slip out; peach; squeak; squeal; tip the scales
verklikken blab; disclose; give away; inform against; reveal; squeal betray; blab; give away; inform against; peach; squeak; squeal; tattle; tell tales
verlinken blab; disclose; give away; inform against; reveal; squeal betray; give away; inform against; peach; squeak; squeal
verraden blab; disclose; give away; inform against; reveal; squeal betray; blab; blurt out; give away; inform against; let slip out; peach; squeak; squeal; tip the scales
zich uiten admit; demonstrate; display; exhibit; express; reveal; show
- bring out; uncover; unveil
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- discover; uncover; unvei

Verwante woorden van "reveal":

  • revealing, revealable

Synoniemen voor "reveal":


Verwante definities voor "reveal":

  1. make visible1
  2. disclose directly or through prophets1
    • God rarely reveal his plans for Mankind1

Wiktionary: reveal

reveal
verb
  1. to uncover
reveal
verb
  1. van het hulsel ontdoen
  2. openbaren van onbekende feiten
  3. wat voorheen een geheim was algemeen bekend maken

Cross Translation:
FromToVia
reveal onthullen enthüllenübertragen: (bisher unbekannte Fakten) offenbaren
reveal ontdekken découvrirdégarnir de ce qui couvrir.
reveal ontwikkelen; openbaren; afwikkelen; ontrollen; uitrollen; doen groeien; laten groeien; beduiden; duidelijk maken; uitleggen; verhelderen; verklaren; ontplooien; ontwarren développerdégager une chose de ce qui l’envelopper.

Verwante vertalingen van reveal