Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal reveler

Vertaal reveler van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

reveler:
- boemelaar; zwelger; slemper
revel:
- uitgaan; stappen; de hort op gaan; baden in
Wiktionary:
- revel → feesten

Engels

Uitgebreide vertaling voor reveler (Engels) in het Nederlands

reveler:

reveler [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

the reveler (reveller; carouser; feaster)
de boemelaar; zwelger; slemper
- boemelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- zwelger [znw.] zelfstandig naamwoord
- slemper [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reveler:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boemelaar	carouser; feaster; reveler; reveller
slemper	carouser; feaster; reveler; reveller
zwelger	carouser; feaster; reveler; reveller	glutton; guzzler
-	merrymaker; reveller
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	reveller; rogue

Synoniemen voor "reveler":

reveller; merrymaker; celebrant; celebrator; celebrater

Verwante definities voor "reveler":

a celebrant who shares in a noisy party¹
- the clubs attract revelers as young as thirteen¹

revel:

revel werkwoord

revel (be on the razzle; going out; feast; be on the spree)
uitgaan; stappen; de hort op gaan
- uitgaan werkwoord (ga uit, gaat uit, ging uit, gingen uit, uitgegaan)
- stappen werkwoord (stap, stapt, stapte, stapten, gestapt)
- de hort op gaan werkwoord
revel (bathe in; wallow)
baden in
- baden in werkwoord (baad in, baadt in, baadde in, baadden in, gebaad in)

Vertaal Matrix voor revel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stappen		footsteps
-	revelry
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baden in	bathe in; revel; wallow
de hort op gaan	be on the razzle; be on the spree; feast; going out; revel
stappen	be on the razzle; be on the spree; feast; going out; revel	be going to; go; move; move on; walk
uitgaan	be on the razzle; be on the spree; feast; going out; revel	exit; get out; go out; leave
-	delight; enjoy; jollify; make happy; make merry; make whoopie; racket; wassail; whoop it up

Verwante woorden van "revel":

reveling

Synoniemen voor "revel":

revelry; merrymaking; conviviality; jollification
delight; enjoy
racket; make whoopie; make merry; make happy; whoop it up; jollify; wassail; celebrate; fete

Verwante definities voor "revel":

unrestrained merrymaking¹
take delight in¹
celebrate noisily, often indulging in drinking; engage in uproarious festivities¹

Wiktionary: revel

revel

verb

make merry
- revel → feesten

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University