Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sameness:
  2. same:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sameness (Engels) in het Nederlands

sameness:

sameness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sameness (monotony; uniformity; dullness; )
    de uniformiteit; de monotonie; de saaiheid; de eentonigheid; de eenvormigheid

Vertaal Matrix voor sameness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eentonigheid blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity
eenvormigheid blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity monotony; uniformity; unit; unity
monotonie blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity monotony; uniformity
saaiheid blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity
uniformiteit blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity monotony; oneness; uniformity; unit; unity
- humdrum; monotony

Verwante woorden van "sameness":


Synoniemen voor "sameness":


Antoniemen van "sameness":


Verwante definities voor "sameness":

  1. the quality of wearisome constancy, routine, and lack of variety1
    • he hated the sameness of the food the college served1
  2. the quality of being alike1
    • sameness of purpose kept them together1

same:

same bijvoeglijk naamwoord

  1. same (similar)
    zelfde
    • zelfde bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor same:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- like
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zelfde same; similar

Verwante woorden van "same":


Synoniemen voor "same":


Antoniemen van "same":


Verwante definities voor "same":

  1. unchanged in character or nature1
    • the village stayed the same1
    • his attitude is the same as ever1
  2. equal in amount or value1
    • the same amount1
    • the same number1
  3. closely similar or comparable in kind or quality or quantity or degree1
    • curtains the same color as the walls1
    • two girls of the same age1
    • mother and son have the same blue eyes1
    • animals of the same species1
    • the same rules as before1
    • two boxes having the same dimensions1
    • the same day next year1
  4. same in identity1
    • the same man I saw yesterday1
    • never wore the same dress twice1
    • this road is the same one we were on yesterday1
    • on the same side of the street1

Wiktionary: same

same
adjective
  1. not different as regards self; identical
  2. similar, alike
en-pron
  1. the identical thing
  2. something similar, something of the identical type
same
pronoun
  1. de gelijke identiteit bezittend; meervoud of mannelijk en vrouwelijk enkelvoud, zowel zelfstandig als bijvoeglijk gebruikt
  2. de gelijke identiteit bezittend; onzijdig enkelvoud, zowel zelfstandig als bijvoeglijk gebruikt
  3. duidt identiteit aan