Scrubbing in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

scrubbing:
- schrobben; boenwerk; boenen
scrub:
- boenen; schrobben; schoonboenen; afschrobben; afboenen; schoonschrobben; dweilen
- struweel; struikgewas; struiken
Wiktionary:
- scrub → schrobben, boenen
- scrub → doornbos, ruigte

Engels

Uitgebreide vertaling voor scrubbing (Engels) in het Nederlands

scrubbing:

scrubbing [the ~] zelfstandig naamwoord

the scrubbing
schrobben; boenwerk
- schrobben [znw.] zelfstandig naamwoord
- boenwerk [znw.] zelfstandig naamwoord
the scrubbing
boenen
- boenen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor scrubbing:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boenen	scrubbing
boenwerk	scrubbing
schrobben	scrubbing	scrubbing work
-	scouring; scrub
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boenen		scour; scrub
schrobben		scour; scrub

Synoniemen voor "scrubbing":

scrub; scouring; cleaning; cleansing; cleanup

Verwante definities voor "scrubbing":

the act of cleaning a surface by rubbing it with a brush and soap and water¹

scrub:

to scrub werkwoord (scrubs, scrubbed, scrubbing)

to scrub (scour)
boenen; schrobben; schoonboenen; afschrobben; afboenen; schoonschrobben
- boenen werkwoord (boen, boent, boende, boenden, geboend)
- schrobben werkwoord (schrob, schrobt, schrobde, schrobden, geschrobd)
- schoonboenen werkwoord
- afschrobben werkwoord (schrob af, schrobt af, schrobde af, schrobden af, afgeschrobd)
- afboenen werkwoord
- schoonschrobben werkwoord (schrob schoon, schrobt schoon, schrobde schoon, schrobden schoon, schoongeschrobd)
to scrub (scrub-clean; scrub off)
dweilen
- dweilen werkwoord (dweil, dweilt, dweilde, dweilden, gedweild)

Conjugations for scrub:

present

scrub
scrub
scrubs
scrub
scrub
scrub

simple past

scrubbed
scrubbed
scrubbed
scrubbed
scrubbed
scrubbed

present perfect

have scrubbed
have scrubbed
has scrubbed
have scrubbed
have scrubbed
have scrubbed

past continuous

was scrubbing
were scrubbing
was scrubbing
were scrubbing
were scrubbing
were scrubbing

future

shall scrub
will scrub
will scrub
shall scrub
will scrub
will scrub

continuous present

am scrubbing
are scrubbing
is scrubbing
are scrubbing
are scrubbing
are scrubbing

subjunctive

be scrubbed
be scrubbed
be scrubbed
be scrubbed
be scrubbed
be scrubbed

diverse

scrub!
let's scrub!
scrubbed
scrubbing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

scrub [the ~] zelfstandig naamwoord

the scrub (brushwood; shrubs; bush; privet)
het struweel; het struikgewas; de struiken
- struweel [het ~] zelfstandig naamwoord
- struikgewas [het ~] zelfstandig naamwoord
- struiken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor scrub:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boenen		scrubbing
dweilen		mopping the floor; washing the floor
schrobben		scrubbing; scrubbing work
struiken	brushwood; bush; privet; scrub; shrubs	bushes; shrubs
struikgewas	brushwood; bush; privet; scrub; shrubs	bushes; shrubs
struweel	brushwood; bush; privet; scrub; shrubs
-	bush; chaparral; scouring; scrubbing
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afboenen	scour; scrub
afschrobben	scour; scrub
boenen	scour; scrub
dweilen	scrub; scrub off; scrub-clean
schoonboenen	scour; scrub
schoonschrobben	scour; scrub
schrobben	scour; scrub
-	call off; cancel; scour; scratch; scrub up

Verwante woorden van "scrub":

scrubs

Synoniemen voor "scrub":

unimproved
chaparral; bush; vegetation; flora; botany
scrubbing; scouring; cleaning; cleansing; cleanup
scour; rub
scrub up; wash; lave
cancel; call off; scratch

Verwante definities voor "scrub":

(of domestic animals) not selectively bred¹
the act of cleaning a surface by rubbing it with a brush and soap and water¹
dense vegetation consisting of stunted trees or bushes¹
wash thoroughly¹
- surgeons must scrub prior to an operation¹
clean with hard rubbing¹
- She scrubbed his back¹
postpone indefinitely or annul something that was scheduled¹
- we had to scrub our vacation plans¹
To move the timeline playhead manually in order to preview an animation storyboard.²

Wiktionary: scrub

scrub

verb

to rub hard
- scrub → schrobben

scrub

verb

schrobben tot het glanst
- boenen → scrub

Cross Translation:

From	To	Via
• scrub	→ doornbos; ruigte	↔ broussailles — Pluriel de broussaille : épines, ronces et autres arbustes semblables qui croître dans les forêts, dans les terrains incultes.

Verwante vertalingen van scrubbing

Remove Ads

Vertaal scrubbing van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor scrubbing (Engels) in het Nederlands

scrubbing:

scrubbing [the ~] zelfstandig naamwoord

the scrubbing

the scrubbing

Vertaal Matrix voor scrubbing:

Synoniemen voor "scrubbing":

Verwante definities voor "scrubbing":

scrub:

to scrub werkwoord (scrubs, scrubbed, scrubbing)

to scrub (scour)

to scrub (scrub-clean; scrub off)

Conjugations for scrub:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

scrub [the ~] zelfstandig naamwoord

the scrub (brushwood; shrubs; bush; privet)

Vertaal Matrix voor scrub:

Verwante woorden van "scrub":

Synoniemen voor "scrub":

Verwante definities voor "scrub":

Wiktionary: scrub

Verwante vertalingen van scrubbing