Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. self-confident:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor self-confident (Engels) in het Nederlands

self-confident:

self-confident bijvoeglijk naamwoord

  1. self-confident
    zelfverzekerd

Vertaal Matrix voor self-confident:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zelfverzekerd self-confident
- self-assured

Synoniemen voor "self-confident":


Verwante definities voor "self-confident":

  1. showing poise and confidence in your own worth1
    • hardly more than a boy but firm-knit and self-confident1

Wiktionary: self-confident

self-confident
adjective
  1. confident in one's abilities

Verwante vertalingen van self-confident